Wonder les 1: fictie en non-fictie, realistisch en niet realistisch

Aan het einde van de les...
...weet je wat de volgende woorden betekenen:
fictie/ non-fictie
realistisch/ niet realistisch

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Aan het einde van de les...
...weet je wat de volgende woorden betekenen:
fictie/ non-fictie
realistisch/ niet realistisch

Slide 1 - Diapositive

Totstandkoming boek
Raquel Palacio, de auteur van Wonder, haalde de inspiratie voor Wonder uit een incident dat ze zelf meemaakte. 
Ze ging ooit met haar kinderen naar een ijssalon, waar haar zoontje een meisje met een ernstige gezichtsafwijking opmerkte. De jongen schrok van zijn aanblik en begon van angst te huilen. Palacio liep direct de ijssalon weer uit. Het voorval maakte diepe indruk op haar en zette haar ertoe aan een boek te schrijven. 
(Bron: IMDb)

Slide 2 - Diapositive

Kom erbij!


Log in bij LessonUp app!
voer de code in!


Slide 3 - Diapositive

Fictie en non-fictie
Fictie
Verzonnen verhalen over gebeurtenissen en mensen, die bedacht zijn door de schrijver (leesboek, stripverhaal, film, gedicht).

Non-fictie
Verhalen over de werkelijkheid, met feiten over (echte) mensen en (echte) gebeurtenissen. De schrijver heeft het niet bedacht/verzonnen. Het is echt gebeurd (krantenbericht, journaal) of geeft informatie (schoolboek).

Slide 4 - Diapositive

Realistisch en niet-realistisch
Realistisch
Een schrijver verzint mensen en gebeurtenissen die erg lijken op de werkelijkheid, die echt zouden kunnen gebeuren

Niet-realistisch
Een schrijver verzint een verhaal met mensen en gebeurtenissen, die in werkelijkheid niet kunnen gebeuren. 

Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo


A
fictie
B
non-fictie

Slide 7 - Quiz



Is dit boek fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 8 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 9 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 10 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 11 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 12 - Quiz


A
fictie
B
non fictie

Slide 13 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 14 - Quiz

Een stripboek over Donald Duck
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 15 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 16 - Quiz

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 17 - Quiz


Lesboek van Nederlands
A
fictie
B
non-fictie

Slide 18 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Het weerbericht voor het komende weekend.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 19 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.


Een aflevering van SpangaS.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 20 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

De gebruiksaanwijzing voor een spelcomputer.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 21 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een lijst met uitstapjes voor in de herfstvakantie in het blad Zo zit dat.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 22 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een gedicht op de website Poëziepaleis.nl.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 23 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een tekst over de Franse Revolutie in een geschiedenisboek.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Wat is E.T.?

A
fictie - realistisch
B
fictie - niet realistisch
C
non-fictie / realistisch
D
non-fictie / niet realistisch

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

De vorige strip was...
A
fictie - realistisch
B
fictie - niet realistisch
C
non-fictie / realistisch
D
non- fictie / niet realistisch

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Vidéo

Pijnstillers is....
A
fictie - realistisch
B
fictie - niet realistisch
C
non-fictie / realistisch
D
non- fictie / niet realistisch

Slide 30 - Quiz

Lees tekst 1 op slide 36.
Verander de tekst zo, dat het fictie wordt.
(Je mag de tekst kopiëren en plakken in het antwoord)

Slide 31 - Question ouverte

                                                            Tekst 1
Bijzonder aanzoek
25 augustus- Op het Avontura College wilde een docent Nederlands zijn vriendin, collega-docent wiskunde op dezelfde school, op een originele manier ten huwelijk vragen. Hij huurde een grote kraan en liet zich in het bakje omhoog takelen tot voor het raam van het lokaal waar zijn vriendin op dat moment lesgaf aan een brugklas. Helaas pakte het anders uit. De kraan bleek niet goed te zijn vastgezet en viel om, boven op de school. Twee lokalen raakten ernstig beschadigd. Gelukkig vielen er geen gewonden en kon de docent ongedeerd uit het bakje klauteren. De wiskundedocente heeft 'ja' gezegd op het aanzoek.

Slide 32 - Diapositive

Einde theorieles


Pak je boek en lees lekker verder in je eigen tempo.

Slide 33 - Diapositive