Groep 7/8 - Taal: informeel/formeel & spreektaal en schrijftaal

Taal
Informeel en formeel / schrijftaal en spreektaal.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Taal
Informeel en formeel / schrijftaal en spreektaal.

Slide 1 - Diapositive

Wat is informele taal?

Slide 2 - Carte mentale

Wat is formele taal?

Slide 3 - Carte mentale

1. Kun je mijn fiets maken?
Zoek de formele zin met dezelfde betekenis
2. Je kunt altijd vragen stellen
3. Wil je nog iets?
4. Help me!
Kunt u assistentie verlenen?
Wij zijn ten alle tijde bereid u te informeren
Kan ik mijn rijwiel hier laten repareren?
Kan ik u nog ergens mee van dienst zijn?

Slide 4 - Question de remorquage

Is de volgende zin formeel of informeel?

Hiero een verslagje van de spelletjesmarkt.

Slide 5 - Question ouverte

Is de volgende zin formeel of informeel?

De opbrengst ten bate van KiKa overtrof onze verwachtingen.

Slide 6 - Question ouverte

Is de volgende zin formeel of informeel?

Kom het maar halen als je wat wilt.

Slide 7 - Question ouverte

Is de volgende zin formeel of informeel?

Wij willen u hartelijk danken voor uw welwillende bijdrage.

Slide 8 - Question ouverte

Welke schrijftaal woorden kennen we?

Slide 9 - Carte mentale

Lees de tekst. 
Geachte ouder,

1. We moeten u helaas het volgende berichten.
2. Uw dochter Hannah heeft zich danig misdragen.
3. De leerkracht zag zich genoodzaakt in te grijpen.
4. Hij heeft uw dochter uiteraard de les gelezen.
5. Derhalve hopen we op een verbetering van haar gedrag.
6. Echter, dit kan niet zonder uw steun


Slide 10 - Diapositive

Lees de zinnen.
1. Gaarne vraag ik uw aandacht voor het volgende.

2. Vanaf heden is het verboden om uw huisdier op de stoep te laten urineren.

3. De grote boodschap was reeds langer verboden.

4. U kunt uw viervoeter te allen tijde uitlaten op de daarvoor bestemde locatie.

Slide 11 - Diapositive