Verlies, Derving en Diefstal: Voorkomen is beter dan genezen

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Verlies, Derving en Diefstal: Voorkomen is beter dan genezen

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat verlies, diefstal en derving zijn en hoe je derving kunt voorkomen.

Wat weet je al over verlies, diefstal en derving?

Slide 1: Wat is verlies?

Verlies verwijst naar het onbedoeld kwijtraken van goederen of geld.

Slide 2: Wat is diefstal?

Diefstal is het opzettelijk stelen van goederen of geld van iemand anders.

Slide 3: Wat is derving?

Derving verwijst naar het verlies van goederen door bederf, breuk of andere oorzaken.

Derving

Derving: verlies van goederen.

Oorzaken: Bedorven, beschadiging of verdwenen (diefstal).

Bekende derving

Je weet hoe het verlies gekomen is.

Onbekende derving

Bij onbekende derving weet je niet wat de oorzaak is van de derving.

- Slechte controle

- Diefstal collega of leverancier.

Derving: verlies geld/goederen

Economische derving

Verschil tussen werkelijke en administratieve voorraad. kan komen door: levering/rekenfouten/verkeerd opslaan/telfout/THT/TGT.

Criminele derving

Door stelen van goederen. Moedwillige beschadiging. Frauderen.

Slide 4: Hoe voorkom je derving?

Om derving te voorkomen, moet je zorgvuldig omgaan met goederen, de houdbaarheidsdatum controleren en een goede voorraadbeheer hebben.

Slide 5: Methode 1: Zorgvuldig omgaan met goederen

Behandel goederen met zorg om breuk of beschadiging te voorkomen.

Slide 6: Methode 2: Controleer de houdbaarheidsdatum

Controleer regelmatig de houdbaarheidsdatum van producten om bederf te voorkomen.

LIFO en FIFO

Slide 7: Methode 3: Goed voorraadbeheer

Houd een overzichtelijke voorraad bij en zorg dat producten op tijd worden aangevuld.

Koop niet teveel producten, maximumvoorraad.

Slide 8: Samenvatting

Verlies is onbedoeld kwijtraken, diefstal is opzettelijk stelen en derving is het verlies door bederf of breuk. Door zorgvuldig om te gaan met goederen, de houdbaarheidsdatum te controleren en een goed voorraadbeheer te hebben, kun je derving voorkomen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.