Vraag 1. Er worden 2 dingen gevraagd, ook 2 antwoorden geven.
Vraag 2. Kiezen uit A B C D. Niet het is A of B (b had wel 7 woorden!)
Vraag 3. Welke alinea's..? Schijf alle alinea's op, dus: 2,3,4,5! NIET 4 tot 6; 2,3,6,7
Vraag 5. samenstelling:
afleiding: NIET: gestold, geprezen..
Vraag 7. Waar/ niet waar!! Kijk deze extra goed na, veel fouten.
NIET: waar/niet waar/niet waar
WEL: a. waar
b. niet waar
c. niet waar
Vraag 8. (kernzin) De basis....bijvoorbeeld China.