Aan het einde van de les herken ik de 9 keuzevoorzetsels.
Aan het einde van de les kan ik afhankelijk van de context van de zin, bepalen of er na een keuzevoorzetsel de derde of vierde naamval volgt en deze naamval in de zin toepassen.
Nodig:
-laptop
-Schreibstunde + schrift -grammaticaschema
Slide 8 - Diapositive
3e naamval
4e naamval
?
Slide 9 - Diapositive
Er zijn 9 Wechselpräpositionen. Na deze voorzetsels volgt de 3e of 4e naamval.
Ze kunnen namelijk wisselend, de ene keer een 3e naamval en de andere keer een 4e naamval hebben.
Maar wanneer kiest je wat?
En, hoe herken je ze?
?
Slide 10 - Diapositive
de betekenis
auf
op
hinter
achter
in
in, naar
neben
naast
über
boven, over
an
aan, bij, naar
unter
onder
vor
voor
zwischen
tussen
Slide 11 - Diapositive
ergens zijn/ ergens iets doen
ergens naartoe gaan, doel
(bevinden+tijd) +3
(beweging) +4
Maar welke naamval moet je nu kiezen?
drukt het hele werkwoord + keuzevoorzetsel uit:
tijdsbepaling of
Slide 12 - Diapositive
voorbeeld: Ich fahre in ... Schweiz (v).
Ich fahre in die Schweiz.
Ergens naartoe = +4
Ich fahre in der Schweiz.
ergens zijn; iets doen = +3
Slide 13 - Diapositive
Er steht vor der Polizeistation. vor is een keuzevoorzetsel. Is het in dit geval de 3e of de 4e naamval?
A
3e naamval
B
4e naamval
Slide 14 - Quiz
Ich gehe in die Schule in is een keuzevoorzetsel. Is hier sprake van de 3e of de 4e naamval?
A
3e naamval
B
4e naamval
Slide 15 - Quiz
Treffen wir uns vor d__ Bahnhof? Auf is een keuzevoorzetsel. Is hier sprake van de 3e of de 4e naamval?
A
3e naamval
B
4e naamval
Slide 16 - Quiz
Ich hänge die Lampe über ___ Tisch (m).
A
das
B
dem
C
den
D
die
Slide 17 - Quiz
Das Heft liegt auf ___ Tisch (m).
A
das
B
dem
C
den
D
die
Slide 18 - Quiz
Als je géén waar, waarheen of wanneer kan vragen,
pas je de 7/2-regel toe:
na auf en über +4
na an, neben, hinter, unter, in, zwischen en vor +3
Waarom heet het 7/2-regel?
auf + über = 2 voorzetsels
an, neben, hinter, unter, in, zwischen + vor = 7 voorzetsels
Slide 19 - Diapositive
Ich freue mich auf ___ Fest (o).
A
das
B
dem
C
den
D
die
Slide 20 - Quiz
Er warnte uns vor ___ Wetter (o).
A
das
B
dem
C
den
D
die
Slide 21 - Quiz
Ik kan zelfstandig aan de slag met de opdrachten over de keuzevoorzetsels
😒🙁😐🙂😃
Slide 22 - Sondage
Hausaufgaben
FERTIG?
Trügerische Stille: Kapitel 11 lesen
K8: A+B
K8: A+D
Slide 23 - Diapositive
LEERDOELEN:
- ik herken de 9 keuzevoorzetsels
-ik kan afhankelijk van de context van de zin, bepalen of er na een keuzevoorzetsel de derde of vierde naamval volgt en deze naamval in de zin toepassen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 24 - Sondage
Wat moet ik de volgende les zeker herhalen met betrekking tot de theorie van de keuzevoorzetsels?