Rekenen Gelijkwaardige breuken

Rekenen
Gelijkwaardige breuken


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Rekenen
Gelijkwaardige breuken


Slide 1 - Diapositive

In deze rekenles leren de leerlingen wat gelijkwaardige breuken zijn. Er wordt geoefend op verschillende interactieve manieren. 
Doel van deze les
Weet jij wat gelijkwaardige breuken zijn. 

Slide 2 - Diapositive

Benoem het doel van de les duidelijk, zodat leerlingen weten wat ze deze les gaan leren.
Na deze les:
Weet jij wat gelijkwaardige breuken zijn. 

Slide 3 - Diapositive

Hoort bij 'Doel van de les', dit kort benoemen is voldoende.
Welke breuk is hetzelfde als 1/3?

Slide 4 - Carte mentale

Laat de leerlingen zoveel mogelijk breuken schrijven die gelijk zijn aan een derde (2/6,  3/9, 4/12, 5/15, 6/18, 7/21, 100/300, 250/750 etc.)
Gelijkwaardige breuken
Gelijkwaardige breuken zijn breuken die een even groot deel van het getal aangeven. Gelijkwaardige breuken zijn evenveel waard.

Slide 5 - Diapositive

Laat hier zien dat 2x1/2e hetzelfde is als de strook erboven, namelijk 1 hele, ofwel 1/1e.

Zo kun je dus ook laten zien dat 2x1/6e hetzelfde is als 1x1/3e. De strook staat erboven en je kunt laten zien dat de stukjes dan evengroot zijn.

Gebruik dit om te visualiseren. 
Hierbij kunt u eventueel ook breukplaten gebruiken als u dit in de klas heeft.
Gelijkwaardige breuken / breuken vereenvoudigen

Slide 6 - Diapositive

Leg hier duidelijk uit hoe je breuken eenvoudig gelijkwaardig kunt maken. Probeer bij elke stap te controleren of de leerlingen het begrijpen.
Maak de bovenstaande sommen op je wisbordje.

Slide 7 - Diapositive

De leerlingen kunnen nu deze oefening maken op hun wisbordje. De leerkracht loopt rond om te kijken hoe het gaat.

Een andere variant om als oefening te doen is:
Laat elke leerling zelf een breuk bedenken en deze op zijn/haar wisbordje schrijven. Vervolgens laat je de leerlingen door de klas lopen en laat de leerlingen met elkaar vergelijken en de vraag beantwoorden: 'Wie van ons heeft de grootste breuk?'
Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/4?
25/100
20/90
3/15
2/6

Slide 8 - Sondage

Laat de leerlingen stemmen op het antwoord waarvan ze denken dat het klopt.

Bespreek meteen het antwoord.
Reken uit:

73+72=
A
2/7
B
5/14
C
5/7
D
1

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken uit:

103+104=
A
7/20
B
7/10
C
1
D
Kan niet

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gelijknamige breuken optellen
- Als de noemer gelijk is noemen we dit een gelijknamige breuk

- Bij een gelijknamige breuk mag je de tellers optellen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet gelijknamige breuken optellen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet gelijknamige breuken optellen
53+43=
87+31=

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken uit:

21+32=
A
Kan niet
B
3/5
C
7/6
D
1/6

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde les!
Je weet nu wat gelijkwaardige breuken zijn en kan de app nu afsluiten.

Slide 15 - Diapositive

Benoem het lesdoel en bespreek in hoeverre het doel is behaald.
Evalueer met de leerlingen op het lesdoel.