Fictie 10 HV2 les 13 H38 fictie-motief wk 42-2

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Welkom 
Doe je telefoon in de telefoontas. 
Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je lesboek, schrift en etui.
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 

Slide 4 - Diapositive

Vandaag
Stil lezen

Herhaling H37 fictie - plot

Uitleg H38 fictie - motief

Keuze (lezen, PO, huiswerk maken, bordspel of oefenen werkwoordspelling)



Slide 5 - Diapositive

Stil lezen
timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Te behandelen Kern P1


Taalverzorging
H12, 13, 27, 28, 42, 43

Fictie
7, 8, 22, 23, 37, 38





Slide 7 - Diapositive

Datum inleveren PO en fictie
2F/2H
Inleveren PO vrijdag 3 november
Toets werkwoordspelling vrijdag 10 november

2G
Inleveren PO dinsdag 31 oktober
Toets werkwoordspelling dinsdag 7 november

Slide 8 - Diapositive

Lesdoelen 
H38


Je leert wat motieven zijn in een verhaal.

Slide 9 - Diapositive

Herhaling vorige les

H37 plot


Slide 10 - Diapositive

Herhaling plot

Een verhaal gaat ergens over. 
Het begin, verloop en einde van wat een personage meemaakt, noem je een verhaallijn of ook wel een plot van het verhaal. 

Spanning ontstaat doordat je het einde van het verhaal nog niet kent. 

Slide 11 - Diapositive

Springen tussen verhaallijnen
  • In een verhaal heb je naast het hoofdpersonage ook nog andere personages. 
  • In een boek/verhaal zie je vaak dat de schrijver overspringt op het perspectief van een ander personage. 
  • Zo houdt de schrijver de lezer in spanning over hoe het verhaal verder gaat. 

Slide 12 - Diapositive

Afkappen van de verhaallijn
Het afkappen van de verhaallijn noem je een cliffhanger
De aflevering stopt wanneer de spanning het grootst is. 

In een verhaal kan de schrijver dit doen door het hoofdstuk op het spannendste moment te laten eindigen. 

Slide 13 - Diapositive

Uitstellen van de ontknoping
De schrijver kan de ontknoping van een verhaal of film ook uitstellen

Als lezer/kijker wil je graag weten hoe het verhaal afloopt. 

Deze techniek wordt vaak toegepast in detective- en misdaadseries. 

Slide 14 - Diapositive

Plotwendingen
Een schrijver kan je op het verkeerde spoor zetten

Je denkt dat je weet hoe het verhaal verder gaat, maar ineens blijkt het helemaal anders te zijn. 

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk nakijken

H37 opdr. 1 t/m 3 en 6 t/m 8

Slide 16 - Diapositive

H39 Thema & motieven 
Thema: waar gaat het verhaal over 
(probeer het weer te geven in een zin)

Motieven: geven betekenis aan het thema (bijvoorbeeld het motief van de liefde, vriendschap, de relatie tussen ouder en kind)

Doorlezen blz. 154

Slide 17 - Diapositive

Thema en motieven 

motieven = terugkerende, betekenisvolle elementen in het verhaal 


abstract motief = bijvoorbeeld liefde, verraad, vriendschap 


leidmotief = een steeds terugkerend iets in een verhaal wat symbool staat voor iets. Bijvoorbeeld een uil die voor wijsheid staat. 


klassiek motief = een motief dat ontleend wordt aan Bijbelse en klassieke verhalen. 

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
Noteer in je agenda!


H38 opdr. 1, 2, 7 t/m 10



Slide 19 - Diapositive

Aan de slag 
KEUZE

  • Ga lezen
  • Ga aan de slag met je PO
  • Maak je huiswerk
  • Maak opdrachten werkwoordspelling op cambiumned, klik hier
Huiswerk
H38 opdr. 1, 2 +
7 t/m 10

Slide 20 - Diapositive


Is de opdracht duidelijk?

Slide 21 - Diapositive

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik weet wat een motief is in een verhaal. 


Slide 22 - Diapositive

Volgende les

We ronden fictie af. 

Slide 23 - Diapositive

Hoe ging deze les?
Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Slide 24 - Diapositive

Fijne 
vakantie!!!

Slide 25 - Diapositive