klas 2 H37H38

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

klas 2 - 15 juni

• even herhalen: H37 'plot'
• aan de slag: opdracht 1 en 5 t/m 8 blz. 151-blz. 153

H37 'plot'

plot = verhaallijn

Het begin, verloop en einde van wat een personage in een verhaal meemaakt

H37. Vier verschillende manieren om een verhaal spannend te houden

1. springen tussen verhaallijnen
2. afkappen van een verhaallijn
3. uitstellen van de ontknoping
4. plotwendingen 

1. springen tussen verhaallijnen

Een verhaal: hoofd- en bijpersonen

Een schrijver kan op een spannend moment wisselen van perspectief, zo blijft de lezer in spanning over hoe het verhaal verdergaat. 

2. afkappen van een verhaallijn

'cliffhanger': het verhaal stopt precies op het spannendste moment

3. uitstellen van de ontknoping

Misdaad- en detectiveseries

4. plotwendingen

De schrijver zet de lezer 'op het verkeerde spoor'. De lezer denkt te weten hoe het verhaal afloopt, maar het blijkt dan ineens anders te gaan.

aan de slag

 opdracht 1, 2 en 5 t/m 8 blz. 151-blz. 153

H38 Motief

Motief: patroon - iets wat herhaald wordt

Een motief is een terugkerend element  in een verhaal.

drie soorten motieven

1. abstract motief
2. leidmotief
3. klassiek motief

1.abstract motief

Klein thema, bijvoorbeeld: toeval, verraad, schuld, wraak.

2. leidmotief

Een concreet, tastbaar terugkerend element in een verhaal.

3. klassiek motief

Een motief dat ontleend wordt aan klassieke of Bijbelse verhalen. 

Een thematische gelijkenis tussen een verhaal van nu en een klassiek verhaal

www.bing.com

vraag 7

Bruno is negen jaar en woont naast een concentratiekamp. Hij heeft een stoppeltjeshoofd. Bruno komt uit een goed milieu: dit kun je bijvoorbeeld afleiden aan het overhemd dat hij draagt. Hij is niet erg mager en bleek. Hij komt uit Berlijn, maar is nu verhuisd. 

Shmuel is joods en woont in een concentratiekamp. Hij draagt een gestreepte pyjama. Hij is net

als de andere kinderen in het kamp erg mager. Hij is zijn vader kwijt.

H38 blz. 156-157

vraag 8

Het is heldhaftig van Bruno omdat hij zijn vriend wil gaan helpen. Het is aan de andere kant niet handig omdat Bruno niet makkelijk uit het kamp zal komen en hij niet weet wat de consequenties hiervan zullen zijn. 

vraag 9

a Het is een pak wat alle gevangenen in het concentratiekamp moeten dragen.

b De schrijver noemt het pyjama’s omdat de kinderen nog niet goed beseffen welk lot hen te wachten staat. Zij zien de pakjes simpelweg als pyjama’s.

c Bijvoorbeeld: De titel zou op allebei kunnen slaan. Aan de ene kant is er Shmuel die aan de andere kant van het hek woont en altijd de gestreepte pyjama draagt. Aan de andere kant is er Bruno, die uiteindelijk zo’n zelfde pyjama aantrekt.

vraag 10

 a Hiermee bedoelt Shmuel alle mensen, wanneer mensen hetzelfde dragen, zijn ze bijna niet meer uit elkaar te houden.

b Het hek is een scheiding tussen de wereld van Bruno en de wereld van Shmuel in het concentratiekamp. Het hek staat symbool voor de grote verschillen tussen deze twee werelden.