m2AB ch2 FGH 300120 GRL5

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

jeudi le 30 janvier

le programme (5)

1. lire G (10) et contrôle des devoirs (F 22&23)
2. nous parlons (5) 
3. vocabulaire F (5)
4. source H (10)
5. les devoirs, source H&G
6. la fin

boeken & laptop

startklaar

s.v.p.

lessonup.app: 

inloggen met je eigen naam !

les objectifs/de leerdoelen:

• Je begrijpt een Franse tekst met nieuwe woorden
  
• Je weet hoe je een Franse zin ontkennend maakt, 
  

ook met nooit, niet meer enz.  

Proefwerk chapitre 2

11 februari

We hebben nog een Franse les op 4 en 6 februari.

10 februari is een lesvrije dag!

lire (10)

Chapitre 2 bron G page 30/31

maak ex 25, 27

vocabulaire bron G: 

page 83 

www.talenwijzer.com

nous parlons - beurtgooi (D)

ça va bien?

comment tu t'appelles?

tu es en forme?

tu es souvent malade?

tu as mal à la tête?

tu fais du sport?

Pardon?

qu'est-ce que ça veut dire?

[pardon,

keske saveudier?]

vocabulaire F

laptop open, ga naar lessonup.app

le dos

l'oreille

les yeux

la main

le pied

la jambe

de keel

tijdens

de buik

tegen

daarna

pendant

contre

après

le ventre

la gorge

l'infirmière

ik ben ziek:
'je suis malade'
hoe zeg je 'ik ben niet ziek'?

Source H la négation (10)

(de ontkenning) page 32

je suis malade.

je ne suis pas malade.

persoonlijk vnw - persoonsvorm(werkwoord) - de rest 

(de rest=lijdend vw/tijd/bijwoord etc)

0

1

2

3

4

tu

ne

manges

pas

1

2

3

4

5

Elle

ne

danse

pas

aujourd'hui

nooit, niet meer, niets, nog niet

je suis malade                                ik ben ziek                   elle est malade

je ne suis pas malade                 ik ben niet ziek          elle n'est pas..

je ne suis jamais malade           ik ben nooit ziek

je ne suis plus malade                ik ben niet meer ziek

je ne suis pas encore malade ik ben nog niet ziek

je ne mange rien                           ik eet niets

0

ne ... jamais

ne ... plus

ne ... rien

ne ... pas encore

nooit

niet meer

niets

nog niet

1. Wat is de persoonsvorm?

2. Maak de zin ontkennend. (H30b)

(niet) Tu vas à l'école.

(niet meer) Aujourd'hui, je suis malade.

(nog niet) Alex et Gaston vont faire du foot.

(niets) Vous allez manger?

(nooit) Nous dînons au restaurant.

vul de ontkenning in (H30a)

1. (niet) Martin ................ aime............. la viande.
   
2. (nooit) il adore les animaux et il .......... mange .............. de viande!
   
3. (niets) Et le soir, il .................. mange ................ au dîner.
   
4. (niet meer) Sa mère .............. sait .............. quoi faire.
   
5. (nog niet) Elle .............. a .............. trouvé de solution.
   

Les devoirs

Chapitre 2

Maken: 

p. 66 G: 25&27 en H: 29

Leren: 

vocab. F&G p. 82

chapitre 2

je moet 

10 keuze-opdrachten doen

bekijk deze les opnieuw

en vind ook nog 

• quizletlink F en G
• instructiefilmpjes 

klascode m2A: iqpjd

klascode m2B: vdibj

https:

https:

La fin du cours

les objectifs/de leerdoelen:

Je begrijpt een Franse leestekst

Je weet hoe je de Franse vraagzin gebruikt 

wat heb je geleerd?

prochaine fois/volgende keer:

F, chez l'infirmière scolaire

www.talenwijzer.com

heb je havo-ambitie

of wil je gewoon meer uitdaging?

Het werkwoord 'aller' (gaan) is  belangrijk om te kunnen zeggen:

'ik ga werken, we gaan zoeken', enzovoort. 

herhaal het!

Op de volgende slides vind je een oefenwebsite waar je het werkwoord in moet vullen, en een liedje om te helpen onthouden.

je vais - ik ga

tu vas - jij gaat

il va - hij gaat

elle va - zij gaat

nous allons - wij gaan

vous allez - u gaat

ils / elles vont - zij gaan

ook nodig in ex. 31*!

https:

weetjes en spelletjes

op de volgende pagina vind je een link naar 

de website franszelfsprekend met weetjes en spelletjes.

je kunt ook nog een beetje rondkijken op deze site. 

https: