7.3B+C Geslachtsorganen

7.3B Mannelijke geslachtsorganen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

7.3B Mannelijke geslachtsorganen

Slide 1 - Diapositive

Voortplantingsstelsel van de man
Als een jongen ongeveer 13 jaar is, dan beginnen zijn teelballen te functioneren. Vanaf die leeftijd produceren de teelballen elke dag vele miljoenen zaadcellen. Zaadcellen zijn de mannelijke geslachtscellen. De teelballen liggen in een huidplooi, de balzak. 

De temperatuur in de balzak is iets lager dan die in de buikholte. Dat is gunstig voor de ontwikkeling van de zaadcellen.

De zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen. De zaadleiders vervoeren de zaadcellen. De zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe aan de zaadcellen. Het vocht uit de zaadblaasjes bevat voedingsstoffen voor de zaadcellen. Alles bij elkaar wordt dit sperma genoemd. Bij de prostaat komen zaadleiders uit in de urinebuis. De urinebuis loopt door de penis. De top van de penis, de eikel, is erg gevoelig. De eikel is bedekt met een dunne huidplooi: de voorhuid. Deze beschermt de eikel. De voorhuid is zo ruim dat deze over de eikel kan worden teruggetrokken. Om ontsteking te voorkomen, is het belangrijk dat een jongen elke dag bij het douchen de voorhuid even terugtrekt en de eikel en de voorhuid afspoelt.
Bij sommige jongens wordt de voorhuid weggesneden. Dit heet ‘besnijden’. Soms gebeurt dit om hygiënische redenen, soms om godsdienstige redenen (bijvoorbeeld bij joden en moslims).

Slide 2 - Diapositive

Zaadlozing
Wanneer de eikel voortdurend wordt geprikkeld, kan een man een zaadlozing krijgen. Bij een zaadlozing komt het sperma door de urinebuis naar buiten.

Per zaadlozing komt ongeveer een theelepel sperma uit de penis. Sperma is kleverig en melkwit van kleur. Eén zaadlozing bevat honderd tot vierhonderd miljoen zaadcellen.
Soms komt ’s nachts als de man of jongen slaapt een zaadlozing vanzelf. Dat heet een ‘natte droom’. Gemiddeld krijgt een jongen zijn eerste zaadlozing rond zijn 13e jaar. Er zijn jongens die zaadlozingen krijgen als ze 11 zijn, anderen krijgen hun eerste zaadlozing als ze 18 zijn.

Slide 3 - Diapositive

De geslachtsorganen van de man

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Samenvatting in je schrift. Welke horen bij elkaar?

Slide 6 - Diapositive

Waar worden de geslachtscellen gemaakt?

Slide 7 - Question ouverte

Prostaatvergroting

Slide 8 - Diapositive

De prostaat produceert vocht dat de zure omgeving in de vagina minder zuur maakt. Hierdoor blijven zaadcellen langer in leven.

Waarom is het belangrijk dat zaadcellen zo lang mogelijk in leven blijven?

Slide 9 - Question ouverte

Vooral bij mannen die ouder zijn dan 50 jaar komt prostaatvergroting voor (zie bovenstaande afbeelding)

Leg uit hoe hierdoor problemen met plassen kunnen ontstaan.

Slide 10 - Question ouverte

7.3C Het voortplantingsstelsel van de vrouw
Van het voortplantingsstelsel is bij een vrouw minder te zien dan bij een man. Bij een vrouw liggen de meeste voortplantingsorganen in de onderbuik.


Een vrouw heeft een baarmoeder en eierstokken. In elke eierstok zitten honderdduizenden cellen die zich tot eicellen kunnen ontwikkelen. Eicellen zijn de vrouwelijke geslachtscellen. Een eicel is in verhouding tot een zaadcel groot. Dit komt doordat een eicel veel reservevoedsel bevat. Dit reservevoedsel is bestemd voor de eerste ontwikkeling van de bevruchte eicel.
Bij de geboorte zijn in de eierstokken van een meisje alle cellen al aanwezig die zich tot eicel kunnen ontwikkelen. Enkele tienduizenden van deze cellen bevinden zich in een rusttoestand. Elk van deze cellen is omgeven door een laag andere cellen. Samen vormen ze een jonge follikel.

Vanaf de puberteit kunnen in de eierstokken follikels rijpen. Gewoonlijk komt er maar één follikel per vier weken tot volledige rijping. Rijpende follikels groeien. In elke follikel ontstaat een holte gevuld met vocht. Een rijpe follikel puilt buiten de eierstok uit. De follikel neemt dan erg veel vocht op, waardoor hij openbarst en de eicel vrijkomt. Dit heet de ovulatie of de eisprong. Uit het follikelweefsel dat in de eierstok achterblijft, wordt het gele lichaam gevormd.


Slide 11 - Diapositive

7.3C Het voortplantingsstelsel van de vrouw
Ovulatie vindt gemiddeld eenmaal in de ongeveer vier weken plaats. Er komt meestal slechts één eicel vrij, gewoonlijk om de beurt uit beide eierstokken. De vrijgekomen eicel wordt door het trechtervormige uiteinde van de eileider opgevangen. Een eicel kan niet uit zichzelf bewegen. De eileiders vervoeren de eicellen in de richting van de baarmoeder (uterus). Een onbevruchte eicel blijft na de ovulatie maar 12 tot 24 uur in eileider.




Wanneer een vrouw ongeveer 50 jaar is, worden er minder hormonen aangemaakt. We zeggen dat dat een vrouw overgang is. Tijdens de overgang komt er geleidelijk minder vaak een eicel tot ontwikkeling in een rijpende follikel. Na de overgang stopt de ontwikkeling van eicellen in de rijpende follikels en is een vrouw niet langer vruchtbaar.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Geslachtsorganen van een vrouw

Slide 14 - Diapositive

Follikels

Slide 15 - Diapositive

Clitoris en schaamlippen
In de afbeelding zie je de uitwendige geslachtsorganen (vulva) van een vrouw. De clitoris (spreek uit:clí-toris) is gevoelig voor prikkels die een fijn gevoel geven. De clitoris is ongeveer 10cm lang en licht onder de huid van de schaamlippen. Alleen de clitoriseikel is aan de buitenkant zichtbaar. Dit 'knopje' is erg gevoelig. Het wordt omgeven door een huidplooi, de clitorishoed. De clitoris bestaat verder uit zwellichamen. Als een vrouw seksueel opgewonden raakt, vullen de zwellichamen zich met bloed. Ze worden daardoor groter en steviger.
   

De binnenste schaamlippen zijn gladde, dunne huidplooien. Tussen de binnenste schaamlippen liggen de opening van de urinebuis en van de vagina. De vagina verbindt de vulva met de baarmoeder. In de wand van de binnenste schaamlippen liggen klieren die bij seksuele opwinding slijm produceren. Hierdoor wordt de toegang tot de vagina nat en glad. Om de binnenste schaamlippen liggen de buitenste schaamlippen (de behaarde huidplooien). Bij de meeste vrouwen zijn de binnenste schaamlippen na de puberteit groter dan de buitenste.

Om de vulva schoon te houden, was je deze elke dag met water. Gebruik geen zeep, want dat irriteert de slijmvliezen.

Slide 16 - Diapositive

Uitwendige voortplantingsorganen van een vrouw

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Neem in je schrift deze tabel over en vul deze in.

Slide 19 - Diapositive

Bekijk de afbeelding over follikels nog eens. Omschrijf kort en bondig de rijping van een eicel. Gebruik de correcte termen!

Slide 20 - Question ouverte

Gedurende vier weken wordt een nieuwe eicel gerijpt. Na deze vier weken springt de eicel naar de eileider. Hoe noemen we dit?

Slide 21 - Question ouverte

Welk deel van de clitoris is erg gevoelig voor prikkels?

Slide 22 - Question ouverte

Bij seksuele opwinding kunnen de binnenste schaamlippen slijm aanmaken. Hierdoor wordt de toegang tot de vagina nat en glad.
Wat is daarvan de functie?

Slide 23 - Question ouverte

De menstruatiecyclus

Slide 24 - Diapositive

Wat gebeurt er met de eicel, je lichaamstemperatuur, de verschillende hormonen en je baarmoederslijmvlies in een periode van 4 weken?

Slide 25 - Question ouverte

Wat gebeurt er met het baarmoederslijmvlies op het moment dat een eicel NIET bevrucht wordt? Wat ervaar je dan als meisje?

Slide 26 - Question ouverte

timer
2:00
Zaadleider
Prostaat
Bijbal
Urinebuis

Slide 27 - Question de remorquage

Eileider
Eistok
Baarmoeder
Eisprong

Slide 28 - Question de remorquage

Baarmoeder
Eierstok
Vaginast
Eileider

Slide 29 - Question de remorquage

KLAAR

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive