Hygiëne in de keuken (introductie kookles leerjaar 1)

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Welke kleur snijplank gebruik je voor de volgende producten?
Groente en fruit
Rauw vlees
Kaas en brood
Gebraden vlees
Vis
Gevogelte

Slide 17 - Question de remorquage

Veilig
Niet Veilig
1. Inductie aanlaten, als je klaar bent met koken of terwijl je niet in de keuken bent.
2. Je haren in een staart doen.
3. Een schort omdoen.
4. Met een mes door de keuken lopen.
Onnodig veel heen en weer lopen om spullen te pakken.
De juiste kleur snijplank gebruiken.

Slide 18 - Question de remorquage

Afwassen en het schoonmaken van het keukenblok.

Juiste volgorde van afwassen:


1. Verwijder etensresten van de vuile vaat.

2. Verzamel de vuile vaat op de tafel.

3. Maak een sopje in de afwasbak. Voeg een theelepel afwasmiddel toe.

4. Leg vuil bestek in de teil (zo kan het losweken).

5. Plaats kopjes en kommetjes in de teil en maak deze schoon en was het bestek.

6. Was borden en de geweekte pannen.

7. Leg je schone vaat te drogen op een droogrek.

8. Droog de natte vaat af en zet het op de juiste plaats terug.


* Je droogt de afwas met een theedoek.

* Je maakt de keuken schoon met een vaatdoek (maak deze nat, met een druppeltje afwasmiddel en wring goed uit).

* Droog dit daarna met een theedoek.

* Je handen droog je met een handdoek.


Slide 19 - Diapositive

de dunschiller
de gieter
het vergiet
de spatel
de hark
de afwasborstel

Slide 20 - Question de remorquage

Sleep het woord naar het goede plaatje
Afwasmiddel
Afwasborstel
Vaatdoek
Theedoek

Slide 21 - Question de remorquage

Slide 22 - Vidéo

Wat wordt bedoeld met hygiëne?
A
Een gerecht klaarmaken
B
Boodschappen halen
C
Maatregelen, dingen die je doet, om ziektes te voorkomen.
D
Bacteriën die mensen ziek maken.

Slide 23 - Quiz

Door welke bacteriën wordt bederf van dierlijke voedingsmiddelen vaak veroorzaakt?
A
Mitella-bacteriën
B
Legionella-bacteriën
C
Kruis-bacteriën
D
Salmonella-bacteriën

Slide 24 - Quiz

Kruisbesmetting ontstaat als je:
A
De juiste snijplanken gebruikt.
B
Je handen wast.
C
Groente snijdt op een plank waar rauwe kip op heeft gelegen.
D
Een schort om hebt.

Slide 25 - Quiz

Veiligheidsregels

* Je luistert naar de instructie
* Je blijft bij je eigen keukenblok
* Je praat rustig
* Je loopt rustig
* Je gaat voorzichtig met het materiaal om (bijvoorbeeld:niet zwaaien of lopen met messen).
* Je steekt je hand op als je een vraag hebt en wacht tot de docent je komt helpen.
* Je werkt in je tweetal en bemoeit je niet met anderen.
* Je gebruikt alleen het materiaal uit jouw keukenblok. 

Slide 26 - Diapositive

Opdracht Poster

Maak in tweetallen een poster over de hygiëne- en veiligheids- regels in de keuken.

Je maakt je poster op een a3- papier.

Er moeten minstens 4 hygiëne- regels én 4 veiligheidsregels op jullie poster staan.

De poster moet minstens 4 afbeeldingen of tekeningen bevatten.

Maak gebruik van verschillende kleuren. NIET MET PEN!

Slide 27 - Diapositive

Opdracht Poster

Veiligheidsregels:


* Je luistert naar de instructie
* Je blijft bij je eigen keukenblok
* Je praat rustig
* Je loopt rustig
* Je gaat voorzichtig met het materiaal om (bijvoorbeeld:niet zwaaien of lopen met messen).
* Je steekt je hand op als je een vraag hebt en wacht tot de docent je komt helpen.
* Je werkt in je tweetal en bemoeit je niet met anderen.
* Je gebruikt alleen het materiaal uit jouw keukenblok.

Hygiëne- regels: 

* Lange broek aan.
* Platte en dichte schoenen aan.
* Geen jas aan.
* Lange mouwen opgestroopt.
* Doe hand en polssieraden af (horloge, ringen, armanden).
* Doe een schort om.
* Doe je (lange) haar vast.
* Was goed af en laat je keukenblok schoon en netjes achter.


Slide 28 - Diapositive

Wat heb ik geleerd deze les?
tip/top

Slide 29 - Carte mentale

Afsluiten van de les

Slide 30 - Diapositive