H5 energie - 5.1 Verbranding 21-22

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

H5 Energie - 5.1 verbranden (les 1)

Verbranding

Welke soorten verbranding zijn er.

Welke 3 voorwaarden zijn nodig voor een verbranding?

Leerdoelen 5.1 

1. Ik kan uitleggen wat vlammen zijn

2. Ik weet het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding.

3. Ik kan uitleggen wat energie is.

4. Ik kan uitleggen wat verbrandingswarmte is.

5. Ik kan berekenen hoeveel verbrandingswarmte er vrij komt bij een verbranding.

6. Ik kan uitleggen hoe de branddriehoek werkt.

7. Ik kan voorbeelden geven van snelle reacties en van langzame reacties.

Wat verbrand makkelijker? 

Vlammen.

• Vlammen zijn brandende gassen. 

• Gassen reageren met zuurstof en vindt chemische reactie plaats. 

• Beginstof verdwijnen en er ontstaan reactie producten 
  

• Hoe fijner de brandstof hoe makkelijker deze verbrand. 
  

wat is het verschil tussen deze twee verbrandingen?

Onvolledige verbranding

- oranje vlam (brandende roet deeltjes)

- Tekort aan zuurstof

- ontstaat roet  en giftig gas koolstofmonooxide 

Volledige verbranding: 

- Blauwe vlam 

- voldoende zuurstof

- ontstaat waterdamp en koolstofdioxide 

Volledige verbranding / onvolledige verbranding. 

Waarvoor verbranden wij brandstoffen in het dagelijks leven?

Waarom verbrand je brandstoffen? 

• Brandstoffen worden verbrand voor hun energie. 

• Chemische energie wordt omgezet in warmte-energie 

• Je kunt energie omzetten in een andere vorm van energie -> licht, elektriciteit, warmte, beweging

• Energie nodig voor : koken, douchen, huis verwarmen, elektriciteit maken, beweging. 

Welk kenmerk hoort bij welke verbranding

onvolledige verbranding

volledige verbranding

oranje vlam

Blauwe vlam

voldoende zuurstof aanwezig

onvoldoende zuurstof aanwezig

roet

koolstofmonoxide 

koolstofdioxide

Voor koken wordt aardgas verbrandt. welke energie omzetting vindt er plaats?

voor de energieomzetting

na de energieomzetting

warmte-energie

Chemische energie

Beweging energie

licht 

Aan de slag

Wat: Maken 5.1 opdrachten 3,4,5,6,9,10,12,15

Hoe: Zelfstandig / samen 

Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent

Tijd:20 min daarna bespreken. 

Resultaat: Inzicht krijgen in beheersing leerdoelen 12.3

klaar: 1. Nakijken 5.1. 2. Uitwerken leerdoelen. 3 Ander vak. 

H5 Energie - 5.1 verbranden (les 2)

Welk kenmerk hoort bij welke verbranding

onvolledige verbranding

volledige verbranding

oranje vlam

Blauwe vlam

voldoende zuurstof aanwezig

onvoldoende zuurstof aanwezig

roet

koolstofmonoxide 

koolstofdioxide

Voor koken wordt aardgas verbrandt. welke energie omzetting vindt er plaats?

voor de energieomzetting

na de energieomzetting

warmte-energie

Chemische energie

Beweging energie

licht 

Leerdoelen 5.1 

1. Ik kan uitleggen wat vlammen zijn

2. Ik weet het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding.

3. Ik kan uitleggen wat energie is.

4. Ik kan uitleggen wat verbrandingswarmte is.

5. Ik kan berekenen hoeveel verbrandingswarmte er vrij komt bij een verbranding.

6. Ik kan uitleggen hoe de branddriehoek werkt.

7. Ik kan voorbeelden geven van snelle reacties en van langzame reacties.

Branddriehoek

• alleen verbranding als voldaan is aan drie voorwaarden:

- Brandstof 

- Zuurstof

- Ontbrandingstemperatuur 

Haal je 1 van de 3 voorwaarde weg dan is er geen verbranding. 

• Kleinere brandstofdeeltjes branden sneller dan grootte brandstofdeeltjes

• Snelheid hangt ook af van verhouding tussen brandstof en zuurstof

• Bij een explosie verbranden alle brandstofdeeltjes in 1 keer 

• Snelle verbrandingsreacties zijn explosies, langzame verbrandingsreacties zijn oxideren (roesten) en verbranding in lichaam. 

Video 1

Video 2

Bij een vlam in de pan, kun je het vuur doven met een deksel. welke voorwaarde uit de branddriehoek haal je dan weg?

1. Zuurstof
2. ontbrandingstemperatuur
3. Brandstof

Wat is verbrandingswarmte?

Verbrandingswarmte

Warmte is een vorm van energie

Verbrandingswarmte is de hoeveelheid energie die vrijkomt bij de verbranding van 1 gram of 1 cm³ van een stof. 

Hoe meer stof je verbrand hoe meer energie er vrijkomt. 

Energie (E)  heeft eenheid  Joule (J)

Verbrandingswarmte

Steenkool

Brandstof

Verbrandingswarmte

29000 J/g

33000 J/cm³

32 J/cm³

Benzine

Aardgas

In binas tabel 19 vind je verbrandingswarmte van andere stoffen

Leg aan de hand van tabel 19 van binas uit welke auto zuiniger is. een auto die rijdt op benzine of een auto die rijdt op diesel?

Pieter verbrand 10 cm3 spiritus. Hoeveel Joule aan energie komt hierbij vrij. (Vul alleen het getal in)

Jan verbrandt 0,4 kg hout. Hoeveel joule aan energie komt hierbij vrij. Vul alleen het getal in.

Kees verbrand 4 dm3 aardgas. Hoeveel verbrandingswarmte komt hierbij vrij. noteer alleen het getal.

Rekenen met verbrandingswarmte:

Stappenplan: 

Stap 1: Zoek in binas tabel 19 de verbrandingswarmte van de stof op. 

Stap 2: Zorg dat de hoeveelheid stof in de juiste eenheid staat: g of cm³

Stap 3: bereken de energie met hoeveelheid brandstof x verbrandingswarmte. vergeet niet om de juiste eenheid achter het getal te zetten (J) 

voorbeeld berekening verbrandingswarmte:

Stappenplan: 

Stap 1: Zoek in binas tabel 19 de verbrandingswarmte van de stof op. 

Stap 2: Zorg dat de hoeveelheid stof in de juiste eenheid staat: g of cm³

Stap 3: bereken de energie met hoeveelheid brandstof x verbrandingswarmte. vergeet niet om de juiste eenheid achter het getal te zetten (J) 

Jan verbrandt 0,4 kg hout. Hoeveel joule aan energie komt hierbij vrij. 

• verbrandingswarmte hout is 16000 J /g
  

• 0,4 kg = 400 g             (1kg = 1000 g) 
  

• 400 x 16000 = 6400000 J
  

Aan de slag

Wat: Maken 5.1   18,19,20,22,23,24,26,28

Hoe: Zelfstandig / samen 

Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent

Tijd:30 min 

Resultaat: Inzicht krijgen in beheersing leerdoelen 12.3

klaar: 1. Nakijken 5.1 . 2. Uitwerken leerdoelen. 3 Ander vak.