naamvallen pers. vnw enz
Schrijf de persoonlijke vnw in de 1e naamval
1 / 15
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Schrijf de persoonlijke vnw in de 1e naamval
Slide 1 - Question ouverte
Schrijf de persppnlijke voornaamwoorden in de 3e naamval
Slide 2 - Question ouverte
schrijf het pers. vnw in de 4e naamval
Slide 3 - Question ouverte
welke voorzetsels ken je met de 3e naamval (Dativ)?
Slide 4 - Question ouverte
welke voorzetsels ken je met de 4e naamval (Akkusativ)?
Slide 5 - Question ouverte
welke woorden krijgen dezelfde uitgangen als het bepaalde lidwoord (dergroep)
Slide 6 - Question ouverte
welke woorden horen bij de ein-groep?
Slide 7 - Question ouverte
vertaal de zin:
Waar heeft jouw vriendin gewoond?
Waar heeft jouw vriendin gewoond?
Slide 8 - Question ouverte
vertaal de zin:
Hebben jullie deze bloemen voor je docent gekocht?
Hebben jullie deze bloemen voor je docent gekocht?
Slide 9 - Question ouverte
vertaal de zin:
Zij wenst u beterschap!
Slide 10 - Question ouverte
vertaal de zin:
Ik wil ergens heen, waar het niet regent
Ik wil ergens heen, waar het niet regent
Slide 11 - Question ouverte
vertaal de zin:
Door mijn hooikoorts ben ik in een slechte bui.
Door mijn hooikoorts ben ik in een slechte bui.
Slide 12 - Question ouverte
vertaal de zin:
Deze medicijnen hebben dus ons onderzoek bevestigd.
Deze medicijnen hebben dus ons onderzoek bevestigd.
Slide 13 - Question ouverte
vertaal de zin:
Ik heb helaas geen reden jullie over mijn succes te vertellen
Ik heb helaas geen reden jullie over mijn succes te vertellen
Slide 14 - Question ouverte
vertaal de zin:
Hebben jullie spieren ook zo erg pijn gedaan?
