Spelling -d en -dt

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Werkwoordspelling: d, t of dt?

Voorkennis

                                      Herhalen

Instructie

Wat is de eerste stap met werkwoorden vervoegen?

1. Kijken naar de stam (hele werkwoord - en)
2. Kijken naar de ik-vorm

Hoe schrijf je het werkwoord bij een ik-vorm in tegenwoordige tijd? (ik ..... tante)

1. Stam + t
2. Geen -t toevoegen

Hoe schrijf je het werkwoord bij jij/je na persoonsvorm in tegenwoordige tijd? (...... jij over een maand tante?)

1. Stam + t
2. Geen -t toevoegen

Hoe schrijf je het werkwoord bij jij/je vóór persoonsvorm in tegenwoordige tijd? (Jij ...... over een maand tante.)

1. Stam + t
2. Geen -t toevoegen

Hoe schrijf je het werkwoord bij U en hij/zij/ze/het vóór óf na de persoonsvorm in tegenwoordige tijd? (u/hij/zij/ze/het ...... tante.)

1. Stam + t
2. Geen -t toevoegen

Sana ..... vandaag opgehaald van school.

1. wordt
2. word

Ik .... over twee weken tante van een meisje.

1. wordt
2. word

Weet jij waar mijn zus heen ...... ?

1. rijd
2. rijdt

Mijn vader ..... altijd files in de ochtend.

1. vermijd
2. vermijdt

Ik ..... het juiste getal.

1. raad
2. raadt

Wat ...... die man ons aan?

1. raad
2. raadt

Aan de slag!

Het is tijd om je creatieve schrijfvaardigheden te laten zien! Bedenk je eigen verhaal waarin je minstens vijf werkwoorden gebruikt die eindigen op 'dt'.

Nabespreken

Niet meer vergeten :)