6.2 De Gouden Eeuw van Nederland deel 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

H6 Regenten en vorsten

6.2 De gouden Eeuw van Nederland

Deel 1

Leerdoel: 

Aan het einde van deze les kun je aangeven op welke manier de Republiek geregeerd werd en hoe deze tot grote bloei kwam

Sinds 1588

• Republiek der zeven verenigde Provinciën
• Geen koning, geen centraal bestuur
  
• In staatkundig opzicht bijzonder in Europa want: geen koning!

Regenten

• Rijke koopmannen die bestuursmacht kregen
  
• in stedelijke, gewestelijke en plattelandsbesturen
• verdeelden de baantjes in een kleine kring van families

Leg uit waarin het bestuur van de Nederlanden verschilde van dat van andere landen

Stadhouder

• Opperbevelhebber van leger en vloot
  
• Toezicht op rechtspraak
• Meebeslissen over benoeming van nieuwe regenten
• Gedragen zich als vorst
• Meestal van het Huis van Oranje

Onenigheid

• Oranjegezinden
• willen stadhouder die soeverein wordt
• Willem Frederik van Nassau (Fr en Gr)

Onenigheid

• Staatsgezinden
• willen geen stadhouder (1650-1672)
• Macht aan de gewestelijke staten
• Holland, Zeeland

Waarom was de stadhouder van Holland meestal de machtigste man van de Republiek? Noem 4 argumenten!

Huiswerk

Lees 6.2 tot "Een bloeiende economie"

Maak opgave 1, 2 en 3