MH1 Hst 3 par. 3.4 Ruiken en proeven

Wat weet je nog van paragraaf 3.1 t/m 3.3
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog van paragraaf 3.1 t/m 3.3

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel zintuigen heeft de mens?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 2 - Quiz

Zintuigen geven seintjes af; die gaan via de zenuwen naar de...
A
ogen
B
oren
C
hersenen
D
prikkels

Slide 3 - Quiz

Welk zintuig zit NIET in de huid
A
koude-zintuigen
B
warmte-zintuigen
C
honger-zintuigen
D
pijn-zintuigen

Slide 4 - Quiz

Bibi heeft blauwe ogen.
Welk onderdeel van de ogen zorgt ervoor dat Bibi blauwe ogen heeft?

A
De iris.
B
De pupil
C
Het harde oogvlies
D
Het hoornvlies

Slide 5 - Quiz

Waar zit de buis van Eustachius?
A
Tussen de oren en het oog
B
Tussen de ogen
C
Tussen het oor en de neus
D
Tussen de neus en de ogen

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van hoe het geluid/trilling gaat in het oor?
A
Oor → geluidstrilling → hersenen
B
Geluidstrilling → oor → impuls → via gehoorzenuw → hersenen
C
Oor → geluidstrilling → via gehoorzenuw → hersenen
D
Geluidstrilling → impuls → oor → via gehoorzenuw → hersenen

Slide 7 - Quiz

Ruiken en proeven

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen H3.4: Ruiken en Proeven
Aan het eind van 3.4 kun je:
1. Uitleggen hoe het reukzintuig in je neus werkt
2. Uitleggen hoe je smaakzintuig op je tong werkt
3. De 5 soorten smaakzintuigen noemen
4. Uitleggen hoe je met je reukzintuig en smaakzintuig je eten proeft
5. Omschrijven waardoor eetgewoonten en voorkeur ervoor kunnen zorgen of je iets lekker vindt of vies.

Slide 9 - Diapositive

 par. 3.4 Ruiken en proeven

Slide 10 - Diapositive

de neus

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Ruiken
• ruiken doe je met je
reukzintuig
 
• reukzintuig boven in de
neusholte 

• reukzintuig is een deel van
het neusslijmvlies 

• neusslijmvlies houdt de
neusholte vochtig

Slide 13 - Diapositive

Neusslijmvlies

Slide 14 - Diapositive

Welke prikkel moet er zijn om te kunnen ruiken?

Slide 15 - Question ouverte

Neus ademhaling
waarom is dat beter dan ademhalen door je mond?

Slide 16 - Diapositive

Waarom is het beter om door je neus adem te halen dan door je mond?

Slide 17 - Question ouverte

neusademhaling

1. neusslijmvlies maakt de lucht vochtig


2. neusslijmvlies houdt stofdeeltjes en ziekteverwekkers tegen


3. haarvaatjes onder neusslijmvlies maken de lucht warm


4. door je reukzintuig ruik je gassen, je wordt gewaarschuwd

Slide 18 - Diapositive

tong

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Tong
  • is ruw
  • op je tong liggen kleine uitsteeksels. Dit zijn smaakpapillen
  • Hiertussen liggen smaakzintuigen
  • Smaakstoffen prikkelen de smaakzintuigen

Slide 21 - Diapositive

Smaakzintuig
- Smaakpapillen van dichtbij

- bij het proeven van eten werken 
  reuk(neus) en smaak(tong) samen

Slide 22 - Diapositive

Welke smaken proef je met je tong?

Slide 23 - Carte mentale

Slide 24 - Diapositive

Proeven
Ruiken helpt bij het waarnemen van een smaak

Bij proeven voegen je hersenen de informatie van
de smaakzintuigen en van het reukzintuig samen

Slide 25 - Diapositive

zintuig:
prikkel: 
neus en tong
geur en smaak

Slide 26 - Diapositive

Waardoor vindt je iets lekker of vies?
Iets lekker of vies vinden hangt af van:
- Geur
- Smaak
- Lichtzintuigcellen
- Koude- en warmtezintuigen
- Tastzintuigen

Slide 27 - Diapositive

Dat vind ik nou lekker!

Slide 28 - Carte mentale

Dit vind ik nou vies!

Slide 29 - Carte mentale

Slide 30 - Vidéo

Waardoor vind je iets lekker of vies?
Of je iets lekker vindt hangt af van de geur en de smaak, maar je gebruikt ook andere zintuigen:

  • Je lichtzintuigcellen
     (Ziet het er lekker uit?)
  • Je koude- en warmtezintuigen
     (Is het eten warm of koud?)
  • Je tastzintuigen
     (Hoe is de structuur?)
Bron 5

Slide 31 - Diapositive

Waardoor vind je iets lekker of vies?
Ook je eetgewoontes en ervaringen
spelen een rol bij wat je lekker vindt of niet. 

Jij bent niet gewend om bijvoorbeeld insecten te eten, terwijl dat in andere culturen heel normaal is.

Je smaak kan ook veranderen als je ouder wordt.

Slide 32 - Diapositive

3.4 Ruiken en proeven

Slide 33 - Diapositive

Einde

Slide 34 - Diapositive