Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Maar eerst... Beeld je favoriete (Disney)film uit.
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Aan de slag!
Aan de slag!
Slide 7 - Diapositive
Leg uit waarom je deze kop op twee manieren - letterlijk en figuurlijk - kunt opvatten?
timer
1:00
Slide 8 - Question ouverte
In een beschouwing moeten zoveel mogelijk betrokkenen aan bod komen. Welke belangrijke groep Nederlanders ontbreekt hier in de kop?
Slide 9 - Diapositive
Welke belangrijke groep Nederlanders ontbreekt in de kop van dit artikel?
timer
1:00
Slide 10 - Question ouverte
Vind jij dat de scholen zo snel mogelijk weer open moeten?
timer
1:00
A
Ja
B
Nee
C
Ik weet het niet
Slide 11 - Quiz
Geef nu nogmaals aan of jij vindt dat ze wel of niet of misschien open moeten, maar geef ook ten minste één argument hiervoor. (Dus: 'Wel open/niet open/misschien open, want...')
timer
1:00
Slide 12 - Question ouverte
Hoe ziet denk je een 'aangepaste' heropening eruit? Oftewel: welke aanpassingen zullen scholen moeten doen om verantwoord en veilig onderwijs te kunnen geven?
timer
1:00
Slide 13 - Question ouverte
In deze inleiding zitten twee vormen van beeldspraak (= niet letterlijk (dus figuurlijk) taalgebruik). Probeer er in elk geval één (maar twee mag ook) te vinden.
Slide 14 - Diapositive
Welke woorden/zinsdelen bevatten beeldspraak?
timer
1:00
Slide 15 - Question ouverte
Stel: onze school heropent binnenkort: in hoeverre zou jij dan zelf - ongewild - kunnen bijdragen aan een zogenaamde bovenregionale verspreiding van het virus?
Slide 16 - Diapositive
In hoeverre zou jij zelf bijdragen aan de bovenregionale verspreiding van het virus?
timer
1:00
Slide 17 - Question ouverte
Afsluitende instructie-opdracht: voor een havo 3-opdracht zijn we op zoek naar zo veel mogelijk Corona-nepnieuwsberichten.
Zoek op internet naar drie van zulke berichten en plak ze in een wordbestand. Maak een top 3 van 'ergst/gevaarlijkst' (1) naar 'minst erg/minst gevaarlijk' (3). Leg de indeling van je top 3 zo goed mogelijk uit ('Ik heb ... op 1 gezet, omdat....').
(optioneel) Zoek via Teams contact met een klasgenoot. Welke overeenkomsten zie je tussen de door jullie gekozen nepnieuwsberichten? En welke verschillen? Probeer samen tot een top 6 te komen en lever deze in je Nederlands-Team bij het tabblad bestanden.
NB Als het niet lukt om samen te werken lever je na stap 1 je top 3 in via het tabblad bestanden in Teams.