A1 avondles 1 Ingrid

• NT2
• ISK

A1 avondles 1

Hoe gaat het?

Contact met vrienden

Dit ga je oefenen:

1. Je vraagt en zegt hoe het gaat.
   
2. Je gaat op bezoek bij een vriendin.
   
3. Je nodigt iemand uit. Je reageert op een uitnodiging.
   
4. Je feliciteert iemand.

Grammatica: dit ga je leren:

Groepsopdracht

1. Hoe groeten Nederlandse mensen elkaar?
   
2. Wat zeggen ze op straat tegen elkaar?
   
3. Waar praten ze over (weer, kinderen, gezondheid etc.)?
   
4. Wat zeggen Nederlanders als je jarig bent?

TAAK 1: Lekker weer, hè?

1. We luisteren naar de tekst (1x luisteren, 1x ook meelezen)
2. Onderstreep de nieuwe woorden
   
3. We bespreken de tekst en de nieuwe woorden
   
4. We nemen samen de woordenlijst door

Uitspraak en intonatie

‘Hoe gaat het?’ [hoe gaatut]

‘Niet zo [nietso] goed.’

‘natuurlijk’ [natuurluk]

‘Wat vervelend’ [vurvelunt]

‘even’ [evu]

‘eindelijk’ [einduluk].

Woordenschat

‘beterschap’

 ‘lekker’ / ‘lekker weer’

‘nog steeds’

 ‘Ik ben goed bezig’ 

 ‘de groeten doen aan…’

 ‘Zal ik doen’ 

Grammatica: 6.7/8/9/11

possessief pronomen:

 ‘En jij?’ 'Maar waarom loop je dan op straat?’

'Hoe gaat het met je moeder?’ ‘Met mijn moeder gaat het goed. Met jouw moeder ook?’

 

Opdrachten

2: Werk samen, lees de teksten van opdracht 1 

3: Maak zelf de gesprekken af

4: Werk samen, voer de gesprekken met je buur

5: Werk samen, voer de gesprekken met je andere buur

7/8: Werk samen, voer de gesprekken

9: Schrijf een bericht

10: Schrijf een reactie

Als vervangen door toen in opdracht 2, wat verandert er dan?

Wat heb je geleerd/ geoefend?

Je hebt geoefend met vragen en zeggen hoe het met je gaat.

Huiswerk

- les 3: maak van taak 1: 1 tot en met 6 online

-les 3: maak van taak 2: 1 tot en met 6 online

-oefen de grammatica van vandaag (kijk naar: 6.7/6.8/6.9/6.11)