Feedback oefenbetoog

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Let op!
Schrijf je tekst zelf. 
Neem dus geen tekst letterlijk over uit de artikelen. 
Citeren mag wel (met mate).

Slide 2 - Diapositive

Citeren
"Zet de geciteerde tekst tussen aanhalingstekens," aldus mevrouw Winkelhuijzen, docent Nederlands.  

Zorg dat duidelijk is wie de geciteerde persoon is.

Zorg voor een juiste bronvermelding: auteur, bron en datum

Slide 3 - Diapositive

Bronvermelding
"Zet de geciteerde tekst tussen aanhalingstekens," aldus mevrouw Winkelhuijzen, docent Nederlands (A. Winkelhuijzen, Volkskrant, 1 december 2020).
"Zet de geciteerde tekst tussen aanhalingstekens," aldus mevrouw Winkelhuijzen, docent Nederlands in de Volkskrant van 1 december 2020.
"Zet de geciteerde tekst tussen aanhalingstekens," aldus mevrouw Winkelhuijzen, docent Nederlands. * 
*A. Winkelhuijzen, Volkskrant, 1 december 2020


Slide 4 - Diapositive

Welke titel is het best?
A
Zomertijd onze dood?
B
De wintertijd is de beste optie
C
Wat een strijd, zeg nee tegen de zomertijd.
D
Koude of warme tijd?

Slide 5 - Quiz

Waarom is de titel 'Koude of warme tijd?' niet zo geschikt?

Slide 6 - Question ouverte

Waar mag een titel van een betoog niet op eindigen?

Slide 7 - Question ouverte

Welk woord is slim om in je titel van je betoog te verwerken?
A
moeten
B
mogen
C
morgen
D
later

Slide 8 - Quiz

Onjuiste argumentatie!
Aan de andere kant zorgt het kiezen van de wintertijd in de zomer er wel voor dat jou zomer er wellicht iets anders uit gaat komen te zien. Zo heb je bijvoorbeeld een uurtje langer over om naar school te gaan. 

Slide 9 - Diapositive

Wat klopt er niet? "Ondanks al deze feiten heeft toch 44% van de Nederlandse bevolking gestemd op het invoeren van de zomertijd."

Slide 10 - Question ouverte

Wat is er mis met deze titel: "Wat een strijd, zeg nee tegen de zomertijd."

Slide 11 - Question ouverte

Wat klopt er niet in deze zin: "Als we beter kijken naar deze enquête, is het grootste gedeelte ingevuld door duitsers."

Slide 12 - Question ouverte

Wat klopt er niet in deze zin? "We lopen tijdens de zomertijd zelfs 2 uur voor op Engeland."

Slide 13 - Question ouverte

Wat klopt er niet aan de volgende zin: "Invoering van de zomertijd kan lijden tot ontregeling van je biologische klok."

Slide 14 - Question ouverte

Wat klopt er niet aan deze leeslokker: "Wie wil dat nou niet, een uurtje langer slapen?"

Slide 15 - Question ouverte

Wat klopt er niet in de volgende zin: "44% van de Nederlanders wilt liever zomertijd."

Slide 16 - Question ouverte

Je publiek bestaat uit Volkskrantlezers. Hoe spreek je de lezer dus aan?
A
met jij
B
met u

Slide 17 - Quiz

Wat klopt er niet aan de volgende zin: "Als je meer onderzoek gaat doen, lees je dat deze theorie ook nog is wordt betwijfeld."

Slide 18 - Question ouverte

Wat ontbreekt er in deze inleiding: "De zomertijd is slecht voor ons, zeggen deskundigen. Ik vind dat de zomertijd moet verdwijnen."

Slide 19 - Question ouverte

Wat klopt er niet in deze zin: "Zomer en wintertijd, elk jaar wordt er weer tussen gewisseld."

Slide 20 - Question ouverte

Wat klopt er niet aan de volgende zin: 'S avonds zijn mensen een stukje minder oplettend.

Slide 21 - Question ouverte

Wat klopt er niet? "Dit zorgt er dus voor dat het én druk én donker is. Wat voor heel wat meer ongelukken zal zorgen."

Slide 22 - Question ouverte