4.1 Celorganellen, celmembraan, actief en passief transport

Les 3
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Les 3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesplanning 19-9
  • Herhalingsinstructie celorganellen 

  • Instructie actief en passief transport + werkblad

  • Uitleg artikelopdracht

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • De structuur herkennen en de functie van celorganellen benoemen

  • De begrippen isotoon, hypertoon en hypotoon uitleggen

  • Verschillen in actief en passief transport herkennen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cellen maken gebruik van eiwitten om allerlei verschillende taken uit te voeren. Eiwitten zijn voor cellen dé oplossing om te communiceren met elkaar; om structuur te behouden; om dingen te transporteren; om te reguleren en nog zoveel meer. Beschouw eiwitten dus als een soort 'speciale werkers' in je cel, ieder met een andere specialiteit.

De celkern
  • DNA in de vorm van chromosomen
  • Belangrijke rol van (regel)processen in de cel 
  • Aflezen chromosomen in celkern voor het maken van eiwitten.
Verschillende eiwitten hebben verschillende taken in de cel. bijv. communicatie en transport.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Endoplasmatisch reticulum (ER)
  • Netwerk van dubbele membranen. Liggen dicht tegen elkaar aan en vormen zo kanaaltjes.

  • Ruw ER en glad ER
  • Ruw ER heeft Ribosomen

  • Functie: Transport van stoffen richting golgisysteem

Slide 7 - Diapositive

Functie: productie van eiwitten in samenwerking met de ribosomen en transport van de ruwe eiwitmoleculen richting het Golgi-apparaat.
Ribosoom: Complex van eiwit en RNA

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ribosomen
Zorgt voor de opbouw van eiwitten
met verschillende doelen, zoals; 
aanmaak van materiaal (structuureiwitten),
versnellen van processen, of transporteren van
stoffen door het celmembraan.

Slide 9 - Diapositive

boodschappermoleculen gevorm uit celkern, worden afgelezen in de ribosomen en worden er eiwitten gemaakt
Ribosomen
  • Aanwezig op het ruw endoplasmatisch reticulum
  • Los in het cytoplasma
  • Op het kernmembraan 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Golgi-systeem

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Golgi-systeem/ golgi-apparaat
Stapel platte blaasjes met ruimte ertussen. 
Functies:
  •  Geeft de uiteindelijke vorm aan eiwitten, slaat op voor later transport (pakhuis)
  • Secretie --> afgeven aan andere cel, of buiten de cel

  • Productie van lysosomen --> Blaasjes die worden afgesplitst van het golgi-apparaat. Bevatten enzymen (eiwitten die reacties versnellen)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lysosomen: Zakjes met enzymen (eiwitten die reacties versnellen)

Slide 13 - Diapositive

Ezymen zijn eiwitten die nodig zijn om grote moleculen van eiwitten, suikers en vetten af te breken tot bruikbare deeltjes
Mitochondrium

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mitochondriën
Te herkennen aan het dubbele membraan, eentje sterk geplooid. In elke cel aanwezig (500 - 2.000 mitochondriën).

Functie: Energie vrijmaken met behulp van zuurstof = verbranding. 
Vrijgemaakte energie wordt gebruikt om onder andere ATP te produceren, dit is een belangrijke energiebron voor veel reacties in de cel.

Slide 16 - Diapositive

ATP nodig voor samentrekken van je spieren.
productie van hormonen, enzymen, celherstel, enz..

Plastiden
Komen voor in planten- en algencellen. Chloroplasten / bladgroenkorrels
Functie chloroplasten: Fotosynthese laten plaatsvinden
Chromoplasten spelen rol in aantrekking van insecten

Slide 17 - Diapositive

organellen in planten cellen en algen
amyloplasten zijn zetmeelkorrels. komen voor in aardappel

chromoplasten zijn veranderde chloroplasten en geven kleur aan een bloemblad, of een tomaat

Chloroplasten / bladgroenkorrels

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vacuole: Blaasje gevuld met met vocht en opgeloste stoffen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vacuole
  •  Met vocht gevuld blaasje in plantencellen
  • Dierlijke cellen hebben dit niet/ nauwelijks

Vocht bestaat uit:
  • Reservestoffen, afvalstoffen en kan ook kleurstoffen bevatten.
  • Celwand en vacuole zorgt samen voor stevigheid bij planten

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Celwand en turgor

Slide 21 - Diapositive

Turgor: Druk waarmee celplasma tegen de celwand aangedrukt wordt.
Test jezelf 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Celorganellen en hun functies

Slide 23 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

2.
A
Lysosoom
B
Kernlichaampje
C
Glad endoplasmatisch reticulum
D
Celkern

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3.
A
Celmembraan
B
Ribosoom
C
Mitochondrium
D
Golgi-systeem

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5.
A
Golgi-systeem
B
Vacuole
C
Cytoplasma
D
Ruw endoplasmatisch reticulum

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6.
A
Golgi-systeem
B
Celmembraan
C
Celwand
D
Glad endoplasmatisch reticulum

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorm van het geproduceerde eiwit afmaken.
Hierna opgeslagen of getransporteerd naar plek van bestemming.
A
Glas endoplasmatisch reticulum
B
Lysosomen
C
Cytoplasma
D
Golgi-systeem

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Komt vrijwel alleen in plantencellen voor en bevat reservevoorraden. Zorgt samen met celwand voor stevigheid.
A
Vacuole
B
Mitochondriën
C
Lysosomen
D
Plastiden

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Complex van eiwitten en RNA ketens
Functie: Belangrijk voor de opbouw van eiwitten.
A
Golgi-systeem
B
Lysosoom
C
Ribosoom
D
Vacuole

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Functie: Belangrijk voor de fotosynthese in de plant en zorgt voor een groene kleur
A
Chromoplasten
B
Chloroplasten
C
Amyloplasten
D
Cytoplasma

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleurloze cellen
Functie organellen: Opslaan van zetmeel (suiker)
A
Chromoplasten
B
Chloroplasten
C
Amyloplasten
D
Cytoplasma

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Blaasje afkomstig van het golgi-systeem dat enzymen bevat.
Speelt een grote rol bij afbraak van voedsel in de cellen.
A
Vacuole
B
Lysosomen
C
Ribosomen
D
Chloroplasten

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hier drijven alle organellen in
A
Celkern
B
Cytoplasma
C
Mitochondriën
D
Vacuole

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

fosfolipide is een molecuul bestaande uit:
fosfaatkop
met 2 vetzuurketens

Slide 37 - Diapositive

Van hoge concentratie naar lagere


Van laag naar hoog, tegen de concentratiegradiënt in, kost energie.

Slide 38 - Diapositive

Natuur streeft naar evenwicht

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Nu passief transport. Kost de cel geen energie
-Diffusie en osmose
Diffusie is voor gassen en vloeistof.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Osmose is diffusie van water over een semi permeabel membraan

Slide 43 - Diapositive

Water van minder geconcentreerde omgeving naar de meer geconcentreerde om zelfde percentage oplossing te krijgen
Hypo: te weinig
Hyper: te veel
Osmotische druk

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Op een gegeven moment zal de druk van de celwand (wanddruk) nul zijn (men spreekt van grensplasmolyse). De wand kan niet verder inkrimpen. Verliest de cel nog meer water, dan zal het volume van de cel nog wel verder kunnen afnemen. Als de cel gedurende langere tijd geplasmolyseerd blijft, sterft ze.

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions