Taalverzorging: 4.4 Persoonsvorm enkelvoud of meervoud?

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Taalverzorging herhalen: de beste manier om te onthouden.

Aandacht besteden aan veel voorkomende fouten: congruentie. Soms maakt iemand namelijk een verkeerde inschatting van het onderwerp door te denken dat het meervoud is wat niet het geval is.

Slide 2 - Diapositive

Herhalen - de beste manier van leren

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Gisteren beantwoordde ik de mail.
De ... mail.
A
beantwoorde
B
beantwoordde
C
beantwoorden
D
beantwoordden

Slide 5 - Quiz

Hij verlootte de cadeaus.
De .... cadeaus
A
verlote
B
verlootte
C
verloten
D
verlootten

Slide 6 - Quiz

Stijlfouten
In welke zin staat een onjuist verwijswoord?
A
Hem werd een contract aangeboden die nogal wat onduidelijkheden bevatte.
B
De Nederlandse scholierenbevolking heeft haar stem laten horen.
C
Hun oma woont bij mij om de hoek.
D
Dat is het beste wat ik ooit gedaan heb.

Slide 7 - Quiz

Waar verwijst het verwijswoord naar?

Rafiq staat om vijf uur op, want HIJ moet gaan werken.
A
Rafiq
B
vijf uur
C
want
D
werken

Slide 8 - Quiz

Dat ziekenhuis wil graag uitbreiden, maar ZE hebben daar niet genoeg geld voor.

Is het verwijswoord 'ze' goed gebruikt?
A
JA
B
NEE

Slide 9 - Quiz

GOED:
Dat ziekenhuis wil graag uitbreiden, maar HET heeft daar niet genoeg geld voor.

Slide 10 - Diapositive

Nieuwe theorie:

Slide 11 - Diapositive

Schrijffouten voorkomen: congruentie
Doel: Je kunt het juiste getal (enkelvoud/meervoud gebruiken voor de persoonsvorm.

Slide 12 - Diapositive

Voorbeelden van congruentiefouten
Het onderwerp lijkt meervoud, maar is enkelvoud. (of andersom)
  • De politie van Rotterdam proberen de orde te handhaven tijdens de anti-coronademonstratie in de stad. (fout)
  • De politie van Rotterdam probeert ....... (goed)
  • De politie is enkelvoud.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Even oefenen
met lastige onderwerpen

Slide 20 - Diapositive

"Een aantal studenten hebben hun examen gehaald."

De uitleg volgt NA het antwoord.
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz

"Een aantal studenten hebben hun examen gehaald."
Hoewel "een aantal" grammaticaal enkelvoudig is, wordt het vaak als meervoud opgevat als het nadruk legt op de groep ("studenten" in dit geval).

Slide 22 - Diapositive

"Een aantal studenten heeft de toets niet gemaakt."


De uitleg volgt NA het antwoord
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

"Een aantal studenten heeft de toets niet gemaakt."
Hier wordt "een aantal" als enkelvoudig opgevat, waardoor de persoonsvorm in het enkelvoud staat. Het gaat nl. over een groep studenten, maar een kleine hoeveelheid ervan.

Je begrijpt dat dit heel lastig is voor veel mensen

Slide 24 - Diapositive

Goed/Fout?
Dat paar schoenen kan ingeleverd worden bij de kringloopwinkel.
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

Goed/fout?
De beste studenten van dit schooljaar krijgen een studiebeurs aangeboden.
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quiz

Goed/fout?
De media heeft zich massaal op Marc Overmars gestort.
A
goed
B
fout

Slide 27 - Quiz

Goed/Fout?
De lening van 9 miljoen van o.a. de gemeente, de Rabobank en een private investeerder mochten niet baten.
A
goed
B
fout

Slide 28 - Quiz

Aan de slag!
Heb je alle schrijfopdrachten 
van OP 2 al ingeleverd?

Slide 29 - Diapositive