Wetenschappelijke revoluties

Wetenschappelijke revoluties

Aan het einde van de les kun je...

De ontwikkeling van de wetenschap in de West-Europese geschiedenis beschrijven.

Wat weet je al over de ontwikkeling van de wetenschap in de geschiedenis?

De zoektocht naar kennis door de eeuwen heen

Oude Grieken legden basis voor kennisvergaring.

De rol van de Griekse filosofen in de wetenschap

Plato en Aristoteles legden basis voor kennisvergaring.

De stagnatie van wetenschappelijke vooruitgang in het Romeinse Rijk en de middeleeuwen

Beperkte vooruitgang, sterke invloed van christelijke leer.

De Aristotelisch-Christelijke wereldbeeld en zijn invloed op de wetenschap

Sterke verwevenheid van wereldbeeld met christelijke leer.

De wetenschappelijke revolutie en de verschuiving naar een heliocentrisch model

Overgang van geocentrisch naar heliocentrisch wereldbeeld.

De bijdragen van Copernicus, Kepler, Galilei en Newton aan de moderne wetenschap

Belangrijke figuren in de wetenschappelijke revolutie.

De ontwikkeling van de psychologie tijdens en na de wetenschappelijke revolutie

Fundamentele veranderingen in wetenschappelijke disciplines.

De betekenis van het correspondentieprobleem voor de wetenschappelijke kennis

Filosofische kwestie over overeenkomst tussen opvattingen en werkelijkheid.

Wetenschappelijke revoluties

Wetenschappelijke revolutie: Een periode waarin fundamentele veranderingen plaatsvonden in de manier waarop mensen naar de wereld en het universum keken, gekenmerkt door de overgang van een geocentrisch naar een heliocentrisch wereldbeeld. Correspondentieprobleem: De filosofische kwestie die onderzoekt in hoeverre onze opvattingen over de wereld overeenkomen met de wereld zoals deze werkelijk is.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.