Herhaling voor toets

KUA: Herhalingsles voor de toets
Maak deze vragen zonder je boekje te raadplegen: zo kom je erachter wat je al weet en wat je nog goed moet leren.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

KUA: Herhalingsles voor de toets
Maak deze vragen zonder je boekje te raadplegen: zo kom je erachter wat je al weet en wat je nog goed moet leren.

Slide 1 - Diapositive

De Oudheid

Slide 2 - Diapositive

Uit welke periode
zijn deze Griekse beeldjes
afkomstig?
A
Archaïsche periode
B
Klassieke periode
C
Hellenistische periode

Slide 3 - Quiz

Noem 2 kenmerken vd
vormgeving waaraan
je dat kunt zien.

Slide 4 - Question ouverte

Archaïsch (Grieks)
ca. 530 voor Christus.
Egyptisch
ca. 2300 voor Christus

Slide 5 - Diapositive

Noem een verschil
en een overeenkomst
in de voorstelling.

Slide 6 - Question ouverte

architraaf
triglief
fronton
kapiteel

Slide 7 - Question de remorquage

2

Slide 8 - Vidéo

De middeleeuwen

Slide 9 - Diapositive

De Oudheid
De middeleeuwen

Slide 10 - Question de remorquage

'In dit schilderij is niet gewerkt met perspectief'
heeft te maken met de...
A
Voorstelling
B
Vormgeving
C
Betekenis

Slide 11 - Quiz

00:43
'Antigone' is een...
A
Komedie
B
Tragedie

Slide 12 - Quiz

01:09
Dit is een moderne versie. Wat zou er anders zijn als deze tragedie in de Griekse Oudheid werd opgevoerd?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe heet deze soort muziek?
Deum Verum

Slide 14 - Question ouverte

Waaraan kun je herkennen dat het Gregoriaans is? Noem minimaal 2 kenmerken die je hebt gehoord.
Deum Verum

Slide 15 - Question ouverte

Welke bouwstijl zie je hier?

Slide 16 - Question ouverte

Noem 3 kenmerken van de Romaanse bouwstijl.

Slide 17 - Question ouverte

Wat zie je hier?
A
Een steunbeer
B
Een standbeeld
C
Een gargouille
D
Een waterspuwer

Slide 18 - Quiz

Wat hoort NIET bij Gotische bouwkunst?
A
Luchtbogen
B
Steunberen
C
Pinakels
D
Rondbogen

Slide 19 - Quiz

Rozetvenster
Luchtboog
Pinakel
Hoge ramen
Spitsboog

Slide 20 - Question de remorquage

'In dit fresco zie je Maria met Jezus' heeft te maken met de...
A
Voorstelling
B
Vormgeving
C
Betekenis

Slide 21 - Quiz

Kruisgewelf
Kruiskerk
Tongewelf
Kruisribgewelf

Slide 22 - Question de remorquage

DE ROMANTIEK
W. Turner
J. Constable
Goya
Gericault
C. Friedrich
C. Friedrich
Delacroix
oudheid/natuur
nationalisme
natuur
natuur
sprookjes
oudheid
drama/natuur

Slide 23 - Diapositive

Cogito ergo sum 
(Ik denk, dus ik ben)
De eerste encyclopedie
Ontwikkeling van de natuurwetenschap
Industriële revolutie
De verlichting
De Romantiek
Subjectieve beleving
De kunstenaar op een voetstuk

Slide 24 - Question de remorquage

Wat kun je zeggen over de VOORSTELLING van dit schilderij?
A
Er wordt vooral gebruik gemaakt van grijze en blauwe tinten
B
Er is sprake van een centrale compositie
C
Je ziet een wandelaar op een rots die uitkijkt over het landschap
D
De natuur wordt verheerlijkt, een voorbeeld van escapisme

Slide 25 - Quiz

Wat kun je zeggen over de VORMGEVING van dit schilderij?
A
Er wordt vooral gebruik gemaakt van grijze en blauwe tinten
B
Er is sprake van een centrale compositie
C
Je ziet een wandelaar op een rots die uitkijkt over het landschap
D
De natuur wordt verheerlijkt, een voorbeeld van escapisme

Slide 26 - Quiz

Wat bedoelen we met 'programmamuziek'?
A
Muziek die strak een bepaalde vorm volgt
B
Muziek die grote verschillen kent tussen hard en zacht
C
Muziek die iets buitenmuzikaals uitbeeldt
D
Muziek die in veel landen wordt gespeeld

Slide 27 - Quiz

Wat is een 'Gesamtkunstwerk'?
A
Een kunstwerk dat door meerdere kunstenaars is gemaakt
B
Een kunstwerk dat mensen van een nationaliteit met elkaar verbindt
C
Een voorstelling waarin het publiek wordt betrokken
D
Een kunstwerk waarin allerlei kunstdisciplines samenkomen

Slide 28 - Quiz

0

Slide 29 - Vidéo

Welke kenmerken van het Romantisch ballet kun je in dit voorbeeld herkennen?
A
Ensemblewerk, een simpel decor
B
Zweverige bewegingen, witte gewaden
C
Verschillende hoogtelagen, veel grondwerk
D
Veel herhaling, eenvoudige passen

Slide 30 - Quiz

Beschrijf in 2 tot 3 zinnen de functie van kunst in de romantiek.

Slide 31 - Question ouverte