2.1 en .2.2

• Vergroening stedelijke omgeving
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 4

Vergroening stedelijke omgeving

Examenvak

deel 1 in helft jaar 3 met tentamen in tentamenweek

deel 2 in helft jaar 4 met tentamen in tentamenweek

examen eind jaar 4: deel 1 en deel 2 samen 

GL ook examen in dit vak

theorie en praktijk

inhoud

jaar 3: dieren thuis en op de kinderboerderij en groen in de stad

jaar 4: tuinen ontwerpen, aanleggen en onderhouden  

halverwege jaar: Groen productie van Mijnheer Bijsterveld

Leerdoelen

• ik weet dat er verschillende groepen dieren zijn
• Ik weet welke (kinderboerderij) dieren planten-, vlees- en alleseters zijn.
• Ik weet dat je dieren niet te veel en niet te weinig moet voeren.
  
• Ik weet welke soorten voer de belangrijkste gezelschapsdieren eten.
  
• Ik kan de belangrijkste soorten voer herkennen.
  
• Ik kan dieren voeren aan de hand van een schema of voerkaart.
  
• Ik kan hoeveelheden voer afwegen. 

Lesplan

Theorie  

opdrachten

Naar het dierlokaal: regels

rantsoen bepalen en eten geven

verschillende groepen dieren

bv: wormen, geleedpotigen en gewervelden

geleedpotigen: spinnen en insecten

gewervelden: 5 klassen ---->

gezelschapsdieren en productiedieren

                         verschillende eters

                                                            eerste deel video en bij 6:12 verder kijken

een alleseter heeft

1. plooikiezen
2. knipkiezen
3. knobbelkiezen

De dunne darm van de mens is heeft een lengte van

1. 6-7m
2. 8-9m
3. 3-4m
4. 1,5m

alleseter

vleeseter

planteneter

alleseter

vleeseter

planteneter

Meerdere magen/ lang darmstelsel 

Kort maag-darmstelsel

er tussenin

Voer en water

Water is belangrijker dan voer!

Volledig voer

Onvolledig voer 

Rantsoen

De hoeveelheid voer die een dier krijgt per dag.

Afhankelijk van arbeid en lichaamsgewicht. 

Warmbloedige dieren

Koudbloedige dieren

Slang

Kat

Gekko

Paard

Schildpad

Gerbil

Honden en wolven behoren tot hetzelfde ras?

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag

opdrachten 

->Naar het dierlokaal: regels

->dieren wegen en rantsoen bepalen

->eten en drinken geven 

->evt. extra opdracht: Konijnenras uitkiezen voor de kinderboerderij