3H H4 §7 en §8 oefenen voor so

Oefenen met §4.7 en §4.8
3H
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefenen met §4.7 en §4.8
3H

Slide 1 - Diapositive

Grondstoffen zorgen voor problemen/conflicten in Rusland. Welk voorbeeld hoort er niet bij?
A
Economische problemen
B
Politieke conflicten
C
Culturele problemen
D
Milieu-problemen

Slide 2 - Quiz

Welk type landconflict wordt
in kaart gebracht in de bron? Conflicten tussen:
A
de inheemse bewoners en de staat
B
landloze boeren en grootgrondbezitters

Slide 3 - Quiz

In welk land zijn er regelmatig grote conflicten om grondgebied?
A
Israël
B
Joegoslavië
C
Duitsland
D
Kroatië

Slide 4 - Quiz

Grootschalige transnationale grondverkopen zorgen voor winst en productiviteit.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen conflict mineraal en kritisch mineraal?
A
Er is geen verschil ze zijn allebei hetzelfde
B
De een in onmisbaar en de ander willen mensen veel moeite voor doen
C
De een heeft te maken met de mens en de ander met technologie
D
De een is wereldwijd en de ander is regionaal

Slide 6 - Quiz

Welk woord hoort niet in de vicieuze cirkel?
A
armoede
B
medicijnen
C
honger
D
ziekte

Slide 7 - Quiz

Hoe heet een stuk zee dat een land mag gebruiken voor exploitatie van grondstoffen en wetenschap?
A
Territoriale wateren
B
Exclusieve Economische Zone (EEZ)

Slide 8 - Quiz

Wat is groter: de exclusief economische zone (EEZ) van een land of de territoriale wateren?
A
EEZ
B
Territoriale wateren

Slide 9 - Quiz

Waarom reikt niet elke EEZ even ver in zee als waar het land volgens de VN recht op heeft?
A
Een land met een korte kustlijn heeft natuurlijk ook een kortere EEZ.
B
Grotere kustlanden zoals Duitsland hebben ook een grotere EEZ.
C
Het continentaal plat van een land is soms te klein om een EEZ mogelijk te maken.
D
Rond een kleine zee is de afstand vanaf de kustlijn van de aanliggende landen soms minder dan 200 zeemijlen.

Slide 10 - Quiz

Welke twee ‘bodemschatten’ zijn er binnen de Nederlandse EEZ te vinden?
A
Aardgas/aardolie
B
Aardolie/steenkool
C
Steenkolen/aardgas
D
Uranium/goud

Slide 11 - Quiz

Lang geleden rekenden staten hele zeeën tot hun territorium. Tegenwoordig is dat anders. In het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de territoriale zee en de EEZ.
Waarom is de EEZ van Nederland groter dan die van Duitsland? Kies uit:
A
De Deense en Nederlandse EEZ nemen te veel ruimte in
B
De Duitse EEZ botst met die van het Verenigd Koninkrijk
C
De Duitse kustlijn is veel korter dan die van Nederland.
D
Duitsland heeft genoeg ruimte voor grote windmolenparken voor de eigen kust.

Slide 12 - Quiz