240421 shampoo en zouten

Planning
5 minuten intro
20 minuten titraties klassikaal + zelfstandig
18 minuten zouten, redox en zouthydraten
2 minuten afsluiting
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning
5 minuten intro
20 minuten titraties klassikaal + zelfstandig
18 minuten zouten, redox en zouthydraten
2 minuten afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Shampoo

Slide 2 - Diapositive

Is shampoo zuur, basisch of neutraal?
A
Zuur
B
Basisch
C
Neutraal
D
Iets anders

Slide 3 - Quiz

Waarom is shampoo zuur?
Keratine in je haar (eiwit) bevat veel zure aminozuren 
Zoals asparaginezuur of glutaminezuur
Haar voelt minder zacht als de H+ van deze aminozuren valt
Dus... Wassen met een beetje zure shampoo

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
-Je kunt rekenen aan titraties
-Je kunt Binas tabel 45  gebruiken om de oplosbaarheid van (mengsels van zouten) te voorspellen
-Je kunt chemisch rekenen met zouthydraten
-Je kunt waarnemingen aan redoxreacties verklaren met Binas tabel 48



Slide 5 - Diapositive

De pH van shampoo
In een fles shampoo zit azijnzuur. Voor een goede zuurgraad is een heel klein beetje azijnzuur voldoende. Als er 1,0 x 10-4 M azijnzuur in shampoo zit, dan is deze zuur genoeg.

Hoe zou je de concentratie azijnzuur in shampoo kunnen bepalen door middel van een titratie?

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld-experiment
Pipetteer 120,0 mL shampoo in een erlenmeyer
Vul buret met 0,080 M natronloog 
Beginstand: 108,00 mL

Kleuromslag bij 73,15 mL

Wat was de concentratie azijnzuur in de shampoo?

Slide 7 - Diapositive

Bereken de concentratie azijnzuur in shampoo.
shampoo: 120 mL ; 0,0180 M natronloog in buret; begin 108,00; eind 73,15 mL

Slide 8 - Question ouverte

Uitwerking
CH3COOH + OH- --> CH3COO- + H2O
azijnzuur : natronloog = 1 : 1
V = 34,85 mL
n = 0,03485 x 0,0180 = 0,000627 mol natronloog
0,0006273 mol azijnzuur in 120 mL
0,0006273 / 0,120 = 0,00523 M azijnzuur

 

Slide 9 - Diapositive

Teken een titratiecurve (pH op y-as en mL natronloog op x-as)

Slide 10 - Question ouverte

Conclusie
0,00523 M azijnzuuroplossing
1,0 x 10-4 M azijnzuur is zuur genoeg voor het haar.

Slide 11 - Diapositive

Is de shampoo voor het haar aan de zure kant of juist basisch?
A
Zuur
B
Basisch
C
Helemaal goed

Slide 12 - Quiz

Bereken de pH van de 0,0180 M natronloog-oplossing

Slide 13 - Question ouverte

Uitwerking pH Natronloog
[OH-] = 0,0180 M
pOH = -log[OH-] = 1,745
let op, significantie!
pH = 14 - pOH
pH = 12,255

Slide 14 - Diapositive

Nu zelf: natriumcarbonaat 
CO32- + 2 H3O+ --> H2CO3 + 2H2O
Let op: 1:2!
Erlenmeyer, 138,0 mL natriumcarbonaat-oplossing
Buret: 0,450 M zoutzuur, begin: 120,00 mL; eind 98,25 mL
Bereken de concentratie van de natriumcarbonaat-oplossing
Bereken de pH van de zoutzuuroplossing

Slide 15 - Diapositive


Bereken de concentratie van de natriumcarbonaat-oplossing
Bereken de pH van de zoutzuuroplossing

Slide 16 - Question ouverte

Uitwerking
V = 0,02175 L
n = 0,009788 mol zoutzuur
0,004894 mol natriumcarbonaat
0,0355 M natriumcarbonaat opl.

pH zoutzuur = 0,3468

Slide 17 - Diapositive

Zouten en neerslag
Neerslagreacties volgens tabel 45.
Mg(NO3)2 en Na3PO4 in water oplossen levert een neerslagreactie op: bij één van de combinaties van ionen staat namelijk een s.

3 Mg2+ (aq) + 2 PO43- (aq) --> Mg3(PO4)2 (s)

Slide 18 - Diapositive

Zoek voor deze zouten- combinaties uit of er een neerslag ontstaat bij oplossen. Geef een neerslagreactie.

koperbromide met zilverchloride
kaliumnitraat met zinksulfaat
bariumacetaat met aluminiumsulfaat
ijzerchloride met natriumhydroxide

Slide 19 - Diapositive

Tips bij Redox
Een redoxreactie verloopt altijd als de oxidator boven de reductor staat (Binas 48)
Is er een zout gegeven? De metaal en niet-metaal staan los in tabel 48

Slide 20 - Diapositive

Voorspel of reactie verloopt
kopersulfaat met zink
koper met zinksulfaat
lithiumhydroxide met ijzer
lithium met ijzerhydroxide

Slide 21 - Diapositive

Welke reacties verlopen?
A
koper(II)sulfaat met zink
B
koper met zink(II)sulfaat
C
lithiumhydroxide met ijzer
D
lithium met ijzer(II)hydroxide

Slide 22 - Quiz

Massapercentage water bepalen bij zouthydraat
zorg dat je de massa van je bekerglas  weegt en opschrijft

Hoe bereken je de molverhouding tussen water en het zout?


Slide 23 - Diapositive

Rekenen met zouthydraten
Stel, van 5,00 gram soda blijft 3,00 gram over na verwarmen. 
2,00 gram water: 2,00/18,015 = 0,111 mol
3,00 gram soda: 3,00/105,99 = 0,028 mol
molverhouding water : soda = 0,111 : 0,028
water : soda = 3,92 : 1
Na2CO⋅ 3,92 H2O

Slide 24 - Diapositive

Aantonen carbonaten in Rennie
Bij reactie tussen carbonaten in Rennie-tablet met zoutzuur ontstaat koolstofdioxide, dat je kunt aantonen met kalkwater.

Slide 25 - Diapositive

Carbonaat aantonen in Rennie
Wat gebeurt er:
CaCO+ 2 H+ --> 2 H2CO3 +Ca2+
H2CO3 --> H2O + CO2
CO2 + Ca2+ + OH- --> CaCO3 +H2O

Slide 26 - Diapositive

Leerdoelen
-Je kunt rekenen aan titraties
-Je kunt Binas tabel 45  gebruiken om de oplosbaarheid van (mengsels van zouten) te voorspellen
-Je kunt chemisch rekenen met zouthydraten
-Je kunt waarnemingen aan redoxreacties verklaren met Binas tabel 48



Slide 27 - Diapositive

Ik ben helemaal klaar voor de PO
A
Ja!!
B
Bijna...
C
Ik ga nog even aan de slag
D
Ik heb nog wat hulp nodig

Slide 28 - Quiz

Waar wil je de komende weken nog aan werken (onderwerpen, uitleg/zelfstandig)

Slide 29 - Question ouverte