Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
8.7 Titraties
Slide 1 - Diapositive
Deze les
Applet titratie-opstelling
Theorie titreren
Voorbeeld rekenvraag
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je leert hoe een zuurbase titratie werkt;
Je leert om berekeningen uit te voeren met gegevens uit een titratie-experiment.
Slide 3 - Diapositive
https:
Slide 4 - Lien
titratie
een titratie is een analysemethode om de molariteit van een bekende stof te bepalen
Slide 5 - Diapositive
Titratie
Kwantitatieve analysemethode.
Veel toegepast bij zuurbase reacties.
Erlenmeyer met oplossing met onbekende concentratie.
Buret met oplossing met bekende concentratie.
Bij volledige reactie is er kleuromslag door indicator.
Met berekening wordt onbekende concentratie bepaald.
Slide 6 - Diapositive
Omslagpunt
Op school meestal bepaald door kleuromslag van indicator.
In bedrijven meestal met pH-meter (nauwkeuriger).
In titratiecurve is het omslagpunt nauwkeurig af te lezen.
Slide 7 - Diapositive
Titratie berekeningen (stappenplan)
Noteer de reactievergelijking (havo krijgt deze bij de opdracht of kan deze uit de tekst halen).
Bereken aantal mol toegevoegde stof (liter * molariteit)
Bereken aantal mol gereageerde stof (met de molverhouding)
Bereken de molariteit van de gereageerde stof (naar mol/L)
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld berekening
De onbekende hoeveelheid oxaalzuur wordt opgelost in 100,0 mL demiwater. Hiervan wordt 25,00 mL gepipetteerd in een erlenmeyer en wordt getitreerd met 0,012 M natronloog. Tot kleuromslag is 12,35 mL natronloog toegevoegd. Bereken het aantal mg oxaalzuur wat is opgelost. De reactie die optreedt tijdens titreren: H2C2O4 + 2 OH- -> C2O42- + 2 H2O
De opstelling. de molariteit van een een onbekende hoeveelheid azijnzuur wordt bepaald met een titratie met natronloog
azijnzuur oplossing
natronloog
buret
pH indicator
nauwkeurig tovoegen
bekende molariteit
onbekende molariteit
Slide 10 - Question de remorquage
Fenolrood wordt gebruikt als pH indicator. Wat wordt de kleur van de oplossing als azijnzuur precies volledig met natronloog heeft gereageerd?
A
geel
B
groen
C
rood
D
oranje
Slide 11 - Quiz
fenolrood is oranje bij pH 7
heeft een omslagtraject van pH 6.6-8.0. Het is geel bij pH onder de 6,6 (zuur). Als al het zuur weg is gereageerd, dan is de oplossing neutraal geworden (pH 7) en is de kleur oranje.
Als de oplossing basisch wordt (hoge pH), dan wordt deze rood.
Slide 12 - Diapositive
de juiste notatie voor natronloog is
A
NaOH (aq)
B
Na (aq) + OH (aq)
C
Na+ (aq) + OH- (aq)
D
natriumhydroxide
Slide 13 - Quiz
natronloog
Natronloog is de oplossing van NaOH in water en
dat moet je zo opschrijven: Na+ + OH-
Als azijnzuur (CH3COOH) met natronloog reageert, reageert een zuur met een base, dus CH3COOH reageert met OH-
CH3COOH + OH- --> CH3COO- + H2O
Slide 14 - Diapositive
als de kleur omslaat, is er precies 12,53 mL van de 0,010 M natronloog toegevoegd. Hoeveel mol OH- heeft gereageerd?
mol
0,010
...
L
1
...
A
0,010 x 12,53 = 0,13 mol
B
0,010 x 0,01253 = 0,13 mmol
C
0,010 / 12,53 = 8,0 mol
D
0,010 / 12,53 = 8,0 mmol
Slide 15 - Quiz
aantal mol uitrekenen
mol = molariteit x Liter
of:
x = 0,010 x 0,01253 = 0,1253 *10-3 mol = 0,13 mmol
mol
0,010
x
L
1
0,01253
Slide 16 - Diapositive
Er zat 25,0 mL azijnzuur (CH3COOH) in de erlenmeyer. Er heeft 0,13 mmol OH- gereageerd. Hoeveel mol azijnzuur heeft dan gereageerd?
A
1:1 dus ook 0,13 mol
B
1:1 dus ook 0,13 mmol
C
3:1 dus 0,042 mol
D
1:3 dus 0,39 mmol
Slide 17 - Quiz
gebruik de reactievergelijking
CH3COOH + OH- --> CH3COO- + H2O
1 : 1 : 1 : 1
Er heeft 0,13 mmol OH- gereageerd, dus er heeft
ook 0,13 mmol azijnzuur (CH3COOH) gereageerd (want 1:1)
Slide 18 - Diapositive
Er zat 25,0 mL azijnzuur in de erlenmeyer. Er heeft 0,13 mmol azijnzuur gereageerd. Wat was de molariteit van het azijnzuur?
mol
0,13*10-3
...
L
...
...
A
0,13 x 25 = 3,3 M
B
0,13 / 25 = 0,0052 M
C
0,13 x 0,025 = 0,0033 M
D
0,13*10-3 x 0,025 = 0,0052 M
Slide 19 - Quiz
van mol naar molariteit
Er zat 25,0 mL azijnzuur in de erlenmeyer. Er heeft 0,13 mmol azijnzuur gereageerd. Wat was de molariteit van het azijnzuur?
Molariteit is mol/L dus vul de verhoudingstabel goed in: