Les 2 gediff. PV TT en PV TT

Indeling bij werkwoordspelling
Ga bij de juiste kleur zitten: Blauw links (bij de deurkant), Oranje aan de raamkant

Blauw: Indy, Claudio, Luke, Atakan, August, Bram, Joëlle, Semmy, Romée, Madelon, Loïs, Raoul, Isabella, Elva, Menno, Thijs, Quinten, Jent

Oranje: Robin, Benjamin, Lumina, Kyan, Adilla, Teun, Tijmen S, Lila, Thijmen, Minessa,


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Indeling bij werkwoordspelling
Ga bij de juiste kleur zitten: Blauw links (bij de deurkant), Oranje aan de raamkant

Blauw: Indy, Claudio, Luke, Atakan, August, Bram, Joëlle, Semmy, Romée, Madelon, Loïs, Raoul, Isabella, Elva, Menno, Thijs, Quinten, Jent

Oranje: Robin, Benjamin, Lumina, Kyan, Adilla, Teun, Tijmen S, Lila, Thijmen, Minessa,


Slide 1 - Diapositive

LUKAS: PV TT maken

Blauw: 18 leerlingen ( 4x groepje van 4, twee groepen van 5)


Spelling: persoonsvorm verleden tijd
Blauw:  Atakan, Adilla, Bram, Isabella, Joëlle, Thijs Koning, Tijmen S, Lila, Indy, Quinten, Claudio,

Oranje:  Semmy, Minessa, Loïs, Kyan, Raoul, Elva, Lumina, Menno, Teun, Romee, Madelon, Thijmen B, Jent, Benjamin, August, Luke, Robin, 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen blauw
  • Ik weet hoe ik het voltooid deelwoord bijvoeglijk kan gebruiken 
  • Ik weet de spellingregel die daarbij hoort

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen oranje
  • Ik weet (weer)wat de persoonsvorm is, en hoe ik die kan herkennen
  • Ik weet de spellingsregel die hoort bij de verleden tijd
  • Ik kan de persoonsvorm verleden tijd goed spellen


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Blauw:
  • Lees alvast het uitgedeelde blad. 
  • Overleg met elkaar en help elkaar. 
  • Vul het blad in.
  • Klaar? Laat je werk aan mij zien en pak het volgende blad op de tafel 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PV in de V.T 
1. Danielle .................(braden) het kippetje.
2. Wij  ............. (raden) je aan om goed te leren.
3. Het onweer ......... (barsten) los.
4. Wij .......... (missen)helaas de trein 
5.  Jullie ..........(stoten) elke keer een vaas om!
6. Zij (meervoud) ..........(zuchten) eens diep.
7.  We .......... (reizen) de hele wereld over toen we nog jong waren.
8. Ik ............(lijden) aan een zeldzame ziekte.


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit waarom dit beide goed is: 
  • Dat gebeurt mij weer!
  • Helaas, het is gebeurd.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Zo, jij durft!
  • Hij durfde dat niet nog een keer te doen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Hij verhuist naar Amsterdam. 
  • Hij verhuisde naar Amsterdam.  

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
  • Alle pogingen die de brandweer (aanwenden) om de brand te blussen, (falen).

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
  • Jannie en Leonie  (mogen) zoveel limonade drinken  als zij (lusten).


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
  • De tuinman (vegen) de bladeren bijeen en (wieden) het tuinpad.




timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions