Lj1 Periode 2 Les 4 NLB

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

Nederlands Beroepsgericht

Planning

• Woordenschat BOA
• OVT
• Feedback rapport
• Rapport schrijven

Constitutie

1. Verstopping
2. Monarchie
3. Grondwet
4. Institutie

Vreemdeling

1. Iemand die anders is dan de anderen om hem heen.
2. Iemand die niet in het bezit is van de nationaliteit van het land waar hij is.
3. Iemand die zich vreemd gedraagt, in vergelijking met anderen.
4. Iemand die de weg niet kent in de plaats waar hij of zij zich bevindt.

Waar staat APV voor?

Welke twee soorten
kiesrecht kennen we?
Vul alleen die twee termen in!

De koning is onschendbaar.

1. Niet verantwoordelijk voor het handelen.
2. Niet verantwoordelijk voor wat hij doet in zijn privéleven.
3. Niet verantwoordelijk.
4. Niet verantwoordelijk voor wat zijn kinderen doen.

Wat is een ander woord voor ministeries?

1. Departementen
2. Appartementen
3. Afdeling
4. Kabinetten

Waar staat AMvB voor?

Jurisprudentie

1. Het geheel van uitspraken van juristen.
2. Rechterlijke machtsuitspraken.
3. Het geheel van uitspraken van rechters.
4. Voorbeelduitspraken.

Wat is de 'Raad van State'?

Uit welk hoofdstuk kwamen deze termen?
Noem alleen het nummer.

Onvoltooid verleden tijd

De onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.)

• ik lees

 • ik werk

 De onvoltooid verleden tijd (o.v.t.):

 • ik las

 • ik werkte

 De voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.):

 • ik heb gelezen

 • ik heb gewerkt

 De voltooid verleden tijd (v.v.t.):

 • ik had gelezen

 • ik had gewerkt

OVT - gebruik deze in het rapport!

Onvoltooide tegenwoordige tijd: Maura schrijft een verhaal. 

Maura is nu aan het schrijven.

 

Onvoltooide verleden tijd: Ruben schreef een verhaal.

Ruben schreef een verhaal in het verleden, en is daar nog niet mee klaar.

Voltooide tegenwoordige tijd: Jolanda heeft een verhaal geschreven.

Jolanda is klaar met schrijven.

Voltooide verleden tijd: Pippelientje had een verhaal geschreven.

Pippelientje is klaar met schrijven en dit heeft hij in het verleden gedaan.

Daarna hadden we de vrouw gebeld.

1. vvt
2. ovt
3. vtt
4. ott

Deelde mijn collega Rutte de meldkamer mede
dat het kind weer terecht is

1. vtt
2. ott
3. vvt
4. ovt

De vrouw was bezorgd aan het praten.

1. vvt
2. ott
3. vtt
4. ovt

Mijn collega heeft dit laten weten aan het OC.

1. vvt
2. ott
3. vtt
4. ovt

Feedback rapport - 

hoe zie je het? 

Daar zag ik een vrouw die erg in de stress zat.

Ik zag een vrouw bezorgt rondlopen op het trottoir.
 

De vrouw was bezorgd aan het praten.
 

Dat hij een klein meisje heeft gevonden die zijn moeder kwijt is.
 

Ik zag daar een vrouw zoekende naar haar kind. 

Ik spreek met de vrouw af dat als ik of een van mijn collega’s het kind vinden, we direct telefonisch contact op zouden nemen. En vraag of als mevrouw het kind vind of zij het dan ook aan ons kan latenweten, dat kan ze doen via het algemene nummer.

• Schrijf het rapport.
• Let op de werkwoordtijden.
• Voor ieder onderdeel een nieuwe alinea. 
  ASTMA/7 w's 
• Deadline: Donderdag (eerder mag!)
• Niet inleveren: VSA! 

Opdracht