Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Trede 12- werkwoordspelling
Trede 12
Werkwoordspelling
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Trede 12
Werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
Ik heb de afgelopen weken bijna niets (verdienen).
A
verdient
B
verdiend
C
verdiendt
Slide 2 - Quiz
(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?
A
Word
B
Wordt
Slide 3 - Quiz
Toen hij gisteren niet (antwoorden) (verzuchten) ik dat ik er nu echt klaar mee ben.
A
antwoorde- verzuchtte
B
antwoordde, verzuchtte
C
antwoordde-verzuchte
D
antwoorde-verzuchte
Slide 4 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 5 - Quiz
Kies het juiste werkwoord:
"Het vliegtuig ..."
A
land
B
landt
C
lant
Slide 6 - Quiz
Vorig jaar (besteden, vt) we ook veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 7 - Quiz
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente
Slide 8 - Quiz
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde
Slide 9 - Quiz
Welke zin is juist gespeld?
A
Als ik het antwoord niet raad, word zij boos.
B
Als ik het antwoord niet raadt, word zij boos.
C
Als ik het antwoord niet raadt, wordt zij boos.
D
Als ik het antwoord niet raad, wordt zij boos.
Slide 10 - Quiz
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Mijn vader .... de auto bij Aegon.
A
verzeker
B
verzekert
C
verzekerd
D
verzekerdt
Slide 11 - Quiz
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
(verkleden) ..... jij je drie keer per dag?
Slide 12 - Question ouverte
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
(beantwoorden) ..... je zus die vraag niet?
Slide 13 - Question ouverte
In welke zin is de persoonsvorm juist gespeld?
A
Morgen wort mijn oma tachtig.
B
Morgen word mijn oma tachtig.
C
Morgen wordt mijn oma tachtig.
D
Morgen werd mijn oma tachtig.
Slide 14 - Quiz
In welke zin is de persoonsvorm juist gespeld?
A
Hij verhuist volgende week naar Amsterdam.
B
Hij verhuisd volgende week naar Amsterdam.
C
Hij verhuisdt volgende week naar Amsterdam.
D
Hij verhuisde volgende week naar Amsterdam.
Slide 15 - Quiz
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Na schooltijd ... hij altijd met een boek op de bank.
A
relaxt
B
relaxd
C
relaxet
D
relaxed
Slide 16 - Quiz
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
De zon .... licht en warmte.
A
verspreit
B
verspreid
C
verspreidt
D
versprijt
Slide 17 - Quiz
Welke zin is juist?
A
Als het regent wordt je nat.
B
Als het regent word je nat.
C
Als het regent, wordt je nat.
D
Als het regent, word je nat.
Slide 18 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
Het meisje heeft haar arm (breken)
Slide 19 - Question ouverte
Dat heb ik niet (zeggen).
Slide 20 - Question ouverte
Hij heeft de hele tekst (samenvatten).
Slide 21 - Question ouverte
Gisteren heb ik het hele huis (stofzuigen).
Slide 22 - Question ouverte
Mijn buurman heeft vorig jaar (zweefvliegen) in Canada.
Slide 23 - Question ouverte
De twee zusjes hebben de hele dag (bekvechten).
Slide 24 - Question ouverte
Dat heeft zij (erven) van haar oudtante.
Slide 25 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van glimlachen?
Slide 26 - Question ouverte
Wij hebben veel geld (opzijzetten) voor die reis.
Slide 27 - Question ouverte
Hij heeft het bestand (verwijderen).
Slide 28 - Question ouverte
De spits heeft gisteren weer niet (scoren).
Slide 29 - Question ouverte
Jullie hebben weer goed (oefenen)!
Slide 30 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Opdracht 5 Werkwoordspelling. Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
Novembre 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling - van alles wat!
Novembre 2021
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Opdracht 5 Werkwoordspelling. Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Novembre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
PV TT en leestekens
Octobre 2019
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Werkwoordspelling - nog even oefenen
Avril 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
PV TT en leestekens
Août 2019
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesweek 10: Herhalen ww-spelling ivm toets + tijd voor maken van verslagen
Avril 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling 4, 5 en 6
Février 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Other languages
Secondary Education