De Sovjet-Unie onder Stalin (1922-1939) part II

De Sovjet-Unie onder Stalin (1922-1939) part II
De Sovjet-Unie onder Stalin (1922-1939) 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Sovjet-Unie onder Stalin (1922-1939) part II
De Sovjet-Unie onder Stalin (1922-1939) 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?

📌 Leerdoelen
📌 Beeldopdracht
📌 Klassikale uitleg
📌 Werkboek 
📌 Vragen?
📌 Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




📌Doel 2: 
Je kunt uitleggen welke economische veranderingen Stalin doorvoerde.




📌 Doel 1: 
Je kunt beschrijven hoe Stalin 
zijn bewind voerde.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de foto’s goed en vergelijk de verschillen. Denk na over mogelijke verklaringen. Schrijf je verklaring goed op.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Wat valt je op als je de fotos bekijkt?
Waarom denk je dat deze mensen verdwenen zijn van de foto?
Wat wil Stalin ermee bereiken?
Wat zegt dit volgens jou over hoe Stalin met de macht omging?
Zijn methoden waren heel effectief. De angst onder de bevolking was zo groot dat de 'verraders' op een familiefoto werden doorgekrast; men wilde niet samen op de foto staan

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.


Dit betekende dat de staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.
Hiermee wilde Stalin laten zien dat de Sovjet-Unie een machtiger land was dan de kapitalistische landen met hun vrije markt-economie.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vijfjarenplan
Zo waren er vijfjarenplannen: hierin was vastgelegd wat er in de komende vijf jaar moest worden geproduceerd.

Dát het werd geproduceerd was meestal belangrijker dan hoe het was geproduceerd: de kwaliteit en de keuze was beperkt.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Collectivisatie
  • De landbouw moest veranderen om alle monden te voeden. 
  • Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz.
  • De boerengezinnen werkten en woonden daar met elkaar. 
  • De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen. 
  • Later kwamen er ook sovchozen. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




  • letterlijk vertaald: collectieve huishouding
  • collectieve boerderij
  • boerderijen waren eigendom van groepen samenwerkende boeren en van de staat
  • boeren op de kolchozen mochten een stukje privé-land houden, een paar dieren en hun eigen huis bezitten



  • letterlijk vertaald: sovjet huishouding
  • collectieve staatsboerderij
  • staatslandbouwbedrijf (soort: 'boerderijfabriek')
  • alles eigendom van de staat
  • boeren zijn arbeiders die werken voor een vast loon
Kolchozen
Sovchozen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • De collectivisatie moest zorgen voor een hogere opbrengst, maar dat viel vaak tegen en er ontstonden hongersnoden. Overigens meestal door eigen schuld: boeren slachtten hun vee uit protest tegen de collectivisatie. 

  • Boeren die zich op deze manier verzetten tegen de collectivisatie, omdat ze hun eigen boerderijtje niet wilden opgeven, werden gezien als vijanden van het communisme. Miljoenen boeren zijn om die reden vermoord.










Boeren die zich op deze manier verzetten tegen de collectivisatie, omdat ze hun eigen boerderijtje niet wilden opgeven, werden gezien als vijanden van het communisme. Miljoenen boeren zijn om die reden vermoord.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Totalitaire Staat
  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving:
  • Een samenleving waarin de overheid alle macht in handen heeft en grote invloed heeft op het leven van de burgers. 
  • In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk.

Een ander voorbeeld van een totalitaire samenleving is: Nazi-Duitsland

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5 kenmerken
  1. Een planeconomie

  2. Een dictatuur

  3. Persoonsverheerlijking

  4. Indoctrinatie

  5. Terreur
De communistische partij bepaalde wat en hoeveel er geprofuceerd moest worden
Stalin werd als een god verheerlijkt
De communistische partij maar vooral Stalin had alle macht
Tegenstanders werden opgeapakt door de geheime politie. tegenstanders wrden opgespoord maar ook uit de weg geruimd...
De communistische partij porbeerde de gedachten en het gedrag van de bevolking te controleren en aan te passen aan de ideeën van de communisten.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De periode van de Grote Terreur

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Showprocessen

  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een
     oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen (onder Lenin én Stalin) stond de uitkomst al vast
     voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!
Showproces
Rechtszaak waarbij de rechter de verdachte zonder nader onderzoek schuldig verklaart.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Exacte aantallen zijn onbekend, maar tussen 1936 en 1950 zijn vermoedelijk 12 miljoen mensen om het leven gekomen in de goelags.










Meestal als gevolg van de vreselijke omstandigheden, een combinatie van: honger, kou en zware lichamelijke inspanning. In 1939 verklaarde Stalin dat de Grote Zuivering voltooid was...

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

             Niet-aanvalsverdrag

                                    Stalin en Hitler waren aartsvijanden.


Toch tekenden ze in 1939 een niet-aanvalsverdrag. Ze beloofden elkaar niet aan te vallen en ook Polen te verdelen (dit was geheim). 



Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet-aanvalsverdrag 
Welk voordeel had Stalin bij dit verdrag? En Hitler?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijd voor je werkboek

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag over paragraaf 4?
Zet hem hier neer...

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions




📌Doel 2: 
Je kunt uitleggen welke economische veranderingen Stalin doorvoerde.




📌 Doel 1: 
Je kunt beschrijven hoe Stalin 
zijn bewind voerde.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feedback voor mij:

Wat vond je van deze les? (geef een tip en/of top)

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot volgende week!

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions