Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3F Gram 2.2 lijdend en meewerkend voorwerp
Nederlands
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Grammatica 2
Zinsdelen en zinnen
2.1 Persoonsvorm, gezegde en onderwerp
2.2 Lijdend en meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling
2.3 Enkelvoudige en samengestelde zinnen
2.4 Hoofdzinnen en bijzinnen
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel
Je herkent:
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
in een zin.
Slide 3 - Diapositive
Noem een aanwijzend voornaamwoord.
Slide 4 - Question ouverte
Noem
een voorzetsel
Slide 5 - Carte mentale
Uitleg lijdend voorwerp
het lijdend voorwerp vind je door te vragen:
Wie of wat + gezegde+ onderwerp?
Voorbeeld:
Erik heeft Miriam begeleid.
vraag: Wie of wat heeft Erik begeleid?
lijdend vw = Miriam
Slide 6 - Diapositive
Uitleg meewerkend voorwerp
Een woord(groep) is een
meewerkend voorwerp
als je er
aan
(of
voor
) voor kunt zetten én als je
aan/voor
kunt weglaten.
Voorbeeld:
Bijna elke gast geeft
deze ober
een fooi.
Stuur je
mij
een offerte?
De afspraak komt
ons
goed uit.
Slide 7 - Diapositive
Uitleg bijwoordelijke bepaling
De bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als:
Waar, wanneer, hoe, waarheen, waardoor, waarom?
Voorbeeld:
De auto staat
in de parkeergarage
.
De studenten gingen
met de bus
naar het sportcomplex
.
Slide 8 - Diapositive
Wat is de het lijdend voorwerp in de zin?:
Lieke brengt de boeken terug naar de bibliotheek in de stad.
A
Lieke
B
de boeken
C
de bibliotheek
D
de stad
Slide 9 - Quiz
Wat is meewerkend voorwerp in de zin?:
Morgen geef ik mijn docent het geleende boek terug.
A
ik
B
het geleende boek
C
morgen
D
mijn docent
Slide 10 - Quiz
Wat zijn bijwoordelijke bepalingen in de zin?:
Deze vrachtwagen vervoert appels in een koeltrailer van Italië naar Nederland.
A
In een koeltrailer
B
Van Nederland
C
naar Italië
D
Antwoord A, B en C
Slide 11 - Quiz
Sleep de woorden uit deze zin naar het juiste vak.
Let op:
sommige woorden gebruik je niet.
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
gezegde
Morgen
geef
ik
mijn verlofuren
de teamleider
online
door.
Slide 12 - Question de remorquage
Heb je nog vragen of is alles duidelijk?
Slide 13 - Sondage
Aan de slag
Maak van Gram 2.2, opdracht 1 t/m 6
KLAAR?
Bestudeer zelfstandig de theorie van
* 2.3 enkelvoudige/samengestelde zinnen
* 2.4 hoofd- en bijzinnen
En maak van beide hoofdstukken:
opdracht 1, 2 en de examenopdracht
Slide 14 - Diapositive
tot de volgende les
Slide 15 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
28-9-22 1.2 Zinsdelen 3F
Septembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.2 Zinsdelen 3F
Février 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
14-9-23 1.1 Woordsoorten afmaken en 1.2 Zinsdelen
Septembre 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.1 Woordsoorten en 1.2 Zinsdelen 3F
Septembre 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.1 Woordsoorten en 1.2 Zinsdelen 3F 2MT1D/2D 14 en 21 maart
Mars 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Eindles
Avril 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Herhaling Taalverzorging - zinsdeel
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nede
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Mv + bwb
Mai 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1