Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
B&F, spelling, blok 4 week 3 les 1
Spelling
Blok 4 week 3 les 1
Tegenwoordige tijd en verleden tijd
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spelling
Basisschool
Groep 5
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Spelling
Blok 4 week 3 les 1
Tegenwoordige tijd en verleden tijd
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welke ei- woorden
kennen jullie?
Slide 3 - Carte mentale
In welk woord zie je een voorvoegsel?
A
het begin
B
wij vragen
C
zij zeuren
D
een beetje
Slide 4 - Quiz
In welk woord zie je een voorvoegsel?
A
zij bukken
B
zij vertellen
C
zij gunnen
D
de buffer
Slide 5 - Quiz
In welk woord zie je een voorvoegsel?
A
zij bedelen
B
de verte
C
zij groeien
D
ik bedoel
Slide 6 - Quiz
Tegenwoordige tijd. Het gebeurt nu.
Verleden tijd. Het gebeurde al eerder.
Milan maakt een tekening.
Milan maakte een tekening.
Slide 7 - Diapositive
tegenwoordige tijd
verleden tijd
Kim en haar moeder winkelen in Amersfoort.
Kim en haar moeder winkelden in Amersfoort.
Slide 8 - Question de remorquage
Vroeger babbelt/babbelde Henk niet veel.
Nu praat/praatte Henk aan één stuk door.
Slide 9 - Diapositive
Toen tekent/tekende hij liever in zijn schrift.
A
tekent
B
tekende
Slide 10 - Quiz
Straks vertelt/vertelde hij over zijn kat.
A
vertelt
B
vertelde
Slide 11 - Quiz
En morgen kletst/kletste hij over sport.
A
kletst
B
kletste
Slide 12 - Quiz
Hij maakt/maakte vroeger veel minder lawaai!
A
maakt
B
maakte
Slide 13 - Quiz
Vanaf de volgende slide begint het dictee.
Succes!
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Question ouverte
Nu de zin. Denk aan de
hoofdletters en leestekens!
Slide 22 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Slide 23 - Question ouverte
Staat de zin in de verleden tijd of de tegenwoordige tijd?
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
Slide 24 - Quiz
Wat is het lidwoord in deze zin?
Slide 25 - Question ouverte
Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin?
Slide 26 - Question ouverte
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
Slide 27 - Question ouverte
Dit was het einde van de les
Maak nu de les in Gynzy (blok 4 week 3 les 1)
Slide 28 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
B&F, Staal, Spelling blok 4 week 3 les 1
Décembre 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
B&F, Staal, Spelling blok 4 week 3 les 1
Janvier 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
B&F, spelling, blok 5 week 1 les 1
Février 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
B&F, Staal, Spelling blok 4 week 3 les 1
Janvier 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
spelling blok 8 week 1 les 2
Novembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 2,7
B&F, Staal, Spelling blok 5 week 1 les 1
Janvier 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
Vrijdag 29 januari 2021
Janvier 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Mentorles
Basisschool
Groep 7
V2 §9 Exitticket werkwoordspelling
Août 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2