Herhalingsles verbranding en ademhaling



Herhalingsles verbranding en ademhaling 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



Herhalingsles verbranding en ademhaling 

Slide 1 - Diapositive

Deze les 
  • Wat gaan we doen vandaag? 
  •  Aan het eind van deze les weet je wat je nog goed moet leren voor de toets. 
  • Pak pen en papier en je telefoon of laptop!

Slide 2 - Diapositive

timer
1:00
verbranding en ademhaling

Slide 3 - Carte mentale

Basisstof 1 & 2 
Fotosynthese:
water + koolstofdioxide + energie → glucose + zuurstof

Verbranding in de cel:
glucose + zuurstof → water + koolstofdioxide + energie


Fotosynthese:
water + koolstofdioxide + energie → glucose + zuurstof

Verbranding in de cel:
glucose + zuurstof → water + koolstofdioxide + energie


Basisstof 1 & 2
1. Je kunt uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose
2. Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt
3. Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in de cellen en lichamelijke activiteit
4. Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat

Slide 4 - Diapositive

Wat is stofwisseling?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe wordt energie opgeslagen en vrijgemaakt in een plantencel? Maak eventueel een schema of tekening.

Slide 6 - Question ouverte

Spieren zijn opgebouwd uit cellen. Die spiercellen zijn niet bij iedereen gelijk. Sommige mensen hebben spiercellen met veel mitochondriën andere met minder mitochondriën. Leg uit welke spiercellen je vooral bij mensen die veel sporten aantreft.

Slide 7 - Question ouverte

Wanneer vindt in plantaardige cellen verbranding plaats?
A
nooit
B
alleen overdag
C
alleen in de nacht
D
overdag en in de nacht

Slide 8 - Quiz

Basisstof 3 
5. Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies

neusholte 
keelholte 
luchtpijp en bronchiën
luchtpijptakjes 
 longblaasjes 


Slide 9 - Diapositive

neusholte 
mondholte 
keelholte 
luchtpijp
bronchiën
long
longblaasje 

Slide 10 - Question de remorquage

Bij peuters en kleuters komt vaak een ontsteking in het strottenklepje voor, waardoor het strottenklepje opzwelt. Wat kan het gevolg zijn van een opgezet strottenklepje?

Slide 11 - Question ouverte

Basisstof 4 & 5
6. Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht
7. Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen
8. Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden
9. Je kunt beschrijven wat hooikoorts is

Slide 12 - Diapositive

Noem een verschil tussen ingeademde en uitgeademde lucht

Slide 13 - Question ouverte

1
2
3
4
Zet in juiste volgorde. 
lucht stroomt de longen in 
borstholte wordt groter
ribben en borstbeen bewegen omhoog
longen worden groter

Slide 14 - Question de remorquage

In rook komen kleine teerdruppeltjes voor. Teer kan niet door de wand van de longblaasjes heen en blijft in de longblaasjes achter. Leg uit wat voor invloed dit heeft.

Slide 15 - Question ouverte

Basisstof 6
10. Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen

Slide 16 - Diapositive

Geef twee eigenschappen van tracheeën waardoor de gaswisseling snel kan plaatsvinden.

Slide 17 - Question ouverte

Een vis die uit het water wordt gehaald stikt doordat de kieuwen niet geschikt zijn om zuurstof uit de lucht te halen. Leg uit waarom dit zo is.

Slide 18 - Question ouverte

Wat weet je nu als het goed is? 
1. Je kunt uit n leggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose
2. Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt
3. Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in de cellen en lichamelijke activiteit
4. Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat
5. Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies
6. Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht
7. Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen
8. Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden
9. Je kunt beschrijven wat hooikoorts is

Slide 19 - Diapositive

Tips en tops voor mij?

Slide 20 - Question ouverte

SUCCES MET DE TOETS!!!

Slide 21 - Diapositive