6.2 Voedsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Startopdracht:

Lees de theorie uit 6.1 en maak opdr.: 5, 6, 7, 10, 11

De eerste 4 minuten is het stil.

Startopdracht:

Lees blz. 168 en 169 en maak opdr. 3.

Doe dit alleen en in stilte.

6.2 Voedsel

- Je kunt uitleggen hoe en op welke manier veel boeren voedsel verbouwen.

- Je kunt uitleggen wat de invloed is van bemesting en hoe je dit kunt voorkomen.

Productie van voedsel

- veel van hetzelfde: monocultuur en intensieve veehouderij/bio-industrie

- opbrengst verhogen door gebruik van mest (dierlijk of kunstmest)

- gewasbeschermingsmiddelen; pesticiden

- veredeling en genetische modificatie

Overbemesting

2 gevolgen:

- verzuring (stikstof)

- waterbloei

Waterbloei

Verzuring

1. Ammoniak uit mest komt in de lucht. 2. Ammoniak reageert met zuurstof en waterstof: o.a. stikstof wordt gevormd.

3. Gassen reageren
verder met elkaar en er
ontstaat salpeterzuur
en zwavelzuur. 

Maken

Eerste 8 minuten in stilte

Zelf bestuderen/doorlezen: 6.2

Maken: zie planner

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning en daarna maken samenvatting.

Startopdracht:

Pak blz. 178 voor je. We lezen dit samen.

6.2 Voedsel

- Je kunt uitleggen dat een plaag vaker voorkomt in monoculturen. 

- Je kunt uitleggen wat de invloed is van pesticiden op de omgeving en hoe je dit kunt voorkomen.

- Je kunt argumenten voor en tegen genetische modificatie opnoemen.

Plagen

Een plaag ontstaat makkelijk in een monocultuur. 

Er is genoeg te eten voor duizenden organismen.

Pesticiden en bioaccumulatie

insecticiden -> insecten 

fungiciden -> schimmels 

herbiciden -> onkruid

Bioaccumulatie: gif dat niet biologisch afbreekbaar is hoopt zich op in de voedselketen. 

Eisen bij gebruik van pesticiden

1. Middel moet selectief zijn.

2. Middel moet biologisch afbreekbaar zijn om bioaccumulatie (gifophoping) te voorkomen. 

DNA

In elke lichaamscel (van mensen) zitten 46 chromosomen. 

Uitgerold heet dat DNA. 

Een stukje DNA dat codeert voor een bepaalde eigenschap heet een gen.

Veredeling bij wilde kool

Veredeling bij appels

Toepassingen van genetische modificatie

- Aardappelen die resistent zijn tegen de aardappelziekte              

- Tomaten die langer houdbaar zijn

- Maïs die beter bestand is tegen rupsenvraat

- ''gouden rijst''; rijst met daarin een stof die zorgt voor de  aanmaak van vitamine C in het lichaam

- Onderzoek naar de ontwikkeling van ziekten, zoals bv. kanker

Bedenk in tweetallen tenminste 2 argumenten voor en 2 argumenten tegen genetische modificatie.

Noteer deze in je schrift. Je mag gebruik maken van internet.

Maken

Eerste 8 minuten in stilte

Zelf bestuderen/doorlezen: 6.2

Maken: zie planner

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning en daarna maken samenvatting.