Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd les 1
We gaan werkwoordspelling oefenen. De tegenwoordige tijd.
Vind jij dit makkelijk?
A
Super simpel, kom maar op!
B
Soms gaat het en soms maak ik veel fouten.
C
Ik kan dit echt niet!
D
Ik heb geen idee.
1 / 24
suivant
Slide 1:
Quiz
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
24 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
We gaan werkwoordspelling oefenen. De tegenwoordige tijd.
Vind jij dit makkelijk?
A
Super simpel, kom maar op!
B
Soms gaat het en soms maak ik veel fouten.
C
Ik kan dit echt niet!
D
Ik heb geen idee.
Slide 1 - Quiz
Mijn broer ... (bakken, tt.) weinig van koken, want zijn vlees ...(braden, tt.) hij meestal gitzwart.
Slide 2 - Question ouverte
Zij ... (hebben, tt.) tegen Loes gezegd dat ze door hem wordt geplaagd.
Slide 3 - Question ouverte
Haar accuratesse bij het opstellen van de planning ... (geven, tt.) de directie veel plezier.
Slide 4 - Question ouverte
Mijn beide tantes ... (maken, tt.) heerlijke pannenkoeken.
Slide 5 - Question ouverte
Haar carnavalsvereniging ... (organiseren, tt.) voorafgaand aan het evenement een dinertje.
Slide 6 - Question ouverte
Tim ... (lezen, tt.) alles over vampiers.
Slide 7 - Question ouverte
Ik ... (beven, tt.) alleen al bij de gedachte.
Slide 8 - Question ouverte
Ik ... (schrijven, tt.) een verhaal over een panter.
Slide 9 - Question ouverte
Ik ... (drijven, tt) op het water.
Carla ... (drijven, tt.) op het water.
Wij ... (drijven, tt.) op het water.
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Jan ... (sporten, tt.) elke week wel drie keer.
A
sport
B
sportte
C
spord
D
sporte
Slide 12 - Quiz
Ik ... (melden, tt.) de brand bij de alarmcentrale.
A
melt
B
meldt
C
meldde
D
meld
Slide 13 - Quiz
... (kneden, tt.) dat deeg toch eens wat beter!
A
kneet
B
kneedt
C
kneed
D
kneedde
Slide 14 - Quiz
Sophie ... (raden, tt.) het goede antwoord.
A
raad
B
raadt
C
raat
D
raadde
Slide 15 - Quiz
... (antwoorden, tt.) nu eens gelijk als ik je roep!
A
antwoordt
B
antwoordde
C
antwoord
D
antwoort
Slide 16 - Quiz
Mijn vader ... (storen, tt.) zich aan mijn 1-aprilgrap.
A
stoort
B
stoord
C
stoordt
D
stoortte
Slide 17 - Quiz
De jagers ... (richten, tt) hun geweer op de vluchtende wolf.
A
richtten
B
richtte
C
richte
D
richten
Slide 18 - Quiz
Jij ... (schudden, tt) veel te hard met die flessen prik.
A
schud
B
schudt
C
schut
D
schudde
Slide 19 - Quiz
... (vegen, tt.) jij per ongeluk de bladeren in de put?
A
veegt
B
veegde
C
veeg
D
veegdt
Slide 20 - Quiz
Wanneer krijg je in de tegenwoordige tijd het hele werkwoord?
Slide 21 - Question ouverte
Wanneer schrijf je alleen de stam van het werkwoord? Drie antwoorden!
Slide 22 - Question ouverte
Geef een voorbeeldzin met stam + t
Slide 23 - Question ouverte
Open je studiemeter...
Ga verder met werkwoordspelling 2F!
Slide 24 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Novembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Octobre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Primary Education
Age 7
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
Février 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Extra les werkwoorden in de tegenwoordige tijd
Octobre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Spelling
Lager onderwijs
SCC D2 L10 Het werkwoord
Octobre 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd
Janvier 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Spelling persoonsvorm in de tt
Juin 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
H2 Grammatica 2.1 Werkwoordspelling PV TT
Février 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2