1.1 Weer of Klimaat?

Hoi 4GT hoe was je herfstvakantie?
vandaag een keertje les van.... :-)
😒🙁😐🙂😃
1 / 21
suivant
Slide 1: Sondage
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoi 4GT hoe was je herfstvakantie?
vandaag een keertje les van.... :-)
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

weer en klimaat

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaan de nieuwsberichten over het weer of over het klimaat? 
Sleep naar de juiste kolom!
Het weer
Het klimaat

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat deed je vrijdag 1-11?
Hoe was het weer die dag?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het klimaat van Nederland
milde winters
milde zomers
hele jaar neerslag mogelijk
koude winters
alleen in de herfst veel neerslag
weinig neerslag
Hete zomers

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


periode 2 H1 en H2 : Weer en Klimaat

Weer en Klimaat? Wat is het verschil eigenlijk? 

We gaan het hebben over Nederland-Spanje-de Verenigde Staten

Waarom is het beste schaatsweer in de winter een zonnige droge dag? 
De laatste elfstedentocht was in 1997... wat is dat eigenlijk voor schaatstocht? we kijken een paar minuten. 

Slide 6 - Diapositive

Benodigdheden:
- gekleurde blaadjes voor lagen
- klei voor sedimentgesteente

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De kans op een Elfstedentocht (schaatsen) wordt door klimaatverandering ...
A
Groter
B
Kleiner
C
Blijft gelijk
D
kan alle kanten op gaan

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1: Het weer en klimaat



  • Uitleg: Wat is de samenhang tussen het weer en het klimaat?

Leerdoelen
  • Je kent vijf belangrijke weerelementen en herkent deze in een weerbericht of op een weerkaart.
  • Je kent het verschil tussen weer en klimaat en kunt vijf verschillende klimaatfactoren noemen en beschrijven.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

H1: Het weer en het klimaat


1. Het weer speelt zich af in de atmosfeer (dampkring). 
de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment, in 
een bepaald gebied. 
2. In een weerbericht of op een weerkaart kun je herkennen 
welke weerelementen belangrijk zijn: temperatuur, neerslag,
luchtdruk, wind en bewolking
3. Zonlicht wordt in een weerbericht vaak aangeduid door 
zonkracht of uv-straling. De zonkracht is een maat voor de 
hoeveelheid uv-straling in het zonlicht dat de aarde 
bereikt. Als het bewolkt is, is de zonkracht kleiner. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1: Het weer en het klimaat


Klimaat
1. Het weer kan van dag tot dag en van plaats tot plaats verschillen.
Dit is anders dan bij het klimaat. Het klimaat is het gemiddelde 
weer over een langere periode (30 jaar) in een bepaald gebied. 
2. Alle weerelementen spelen een rol bij het ontstaan van de 
klimaten op aarde. 
3. Vooral de temperatuur en neerslag bepalen of mensen, dieren 
en planten (vegetatie) in een gebied kunnen leven. 
--> In een klimaatgrafiek zie je de gemiddelde temperatuur en 
neerslag over een langere periode in een bepaald gebied. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bepaalt het weer en klimaat in Nederland?
A
Nederland ligt aan zee
B
Nederland ligt hoog
C
Nederland ligt dichtbij de evenaar
D
Nederland ligt ver van de evenaar

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het regende zondag. Is dat weer of klimaat?
A
Weer
B
Klimaat

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

H1: Het weer en het klimaat


De vijf Klimaatfactoren
1. Breedteligging: De afstand tot de evenaar. Hoe verder van de evenaar, hoe lager de gemiddelde temperatuur.
2. Hoogteligging: Boven zeeniveau; hoe hoger, hoe kouder. Ook het reliëf valt onder de hoogte-
ligging. 
3. Gesteldheid van het aardoppervlak: Het soort oppervlak dat de zon verwarmt. Land warmt sneller op dan water, maar koelt ook sneller af. 
4. Afstand tot de zee: Of de zee brengt koude vochtige lucht met zich mee (bijvoorbeeld in de zomer) of warmere lucht (in de winter).
5. Wind/Oceaanstromen: De aanvoer van warme, koude of vochtigheid van elders, door wind- en oceaanstromingen. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen klimaatfactor?
A
Breedteligging
B
Windrichting
C
Luchtdruk
D
Hoogteligging

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

H1: Het weer en het klimaat

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag...
Introductie en brug 1-2-3

jullie  ;-)

in stilte 

20 minuten

huiswerk is 1.1 verkorte route 
Wat?

Wie?

Hoe?

Tijd:

Klaar?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions