6.1. Voedselproductie

6.1 Voedselproductie
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

6.1 Voedselproductie

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les weet je:
  • Het verschil tussen intensieve en biologische landbouw.
  • Welke hoofdelementen en sporenelementen belangrijk zijn bij de groei van planten.
  • Wat eutrofiëring is en hoe het tot stand komt.
  • Op welke manieren voedsel langer houdbaar gemaakt wordt.
  • Wat E-nummers / additieven zijn.

Slide 2 - Diapositive

Voedsel
In de supermarkt staat voedsel. Voedselproductie begint bij de boer, via allerlei bewerkingen komt het dan in de winkel terecht.

In Nederland hebben we vooral intensieve landbouw. Op een klein oppervlakte, veel voedsel produceren. 

Slide 3 - Diapositive

Hoe?
Zo veel mogelijk voedselproductie:
  • kunstmest gebruiken
  • gewasbeschermingsmiddelen gebruiken 

Beide opties zorgen voor meer voedsel. 

Slide 4 - Diapositive

Meststoffen 
We hebben twee soorten meststoffen:
  • kunstmest
  • dierlijke mest 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Kunstmest
  • Volledig door mensen gemaakt 
  • Er zit voornamelijk fosfor, kalium, stikstof in (dat noemen we hoofdelementen)
  • Hoofdelementen zijn atoomsoorten die door planten worden opgenomen
  • Andere hoofdelementen: calcium, zwavel, magnesium
  • Sporenelementen: ook nodig, maar heel weinig  

Slide 7 - Diapositive

Welke gewassen worden er door de boer geproduceerd?

Slide 8 - Question ouverte

Te veel meststoffen 
Overbemesting --> slecht voor biodiversiteit

Overbemesting = eutrofiering


Slide 9 - Diapositive

Gewasbescherming
Bescherming tegen schimmels, bacteriën, verdelgen van insecten, onkruid. 

Niet alleen slechte dingen gaan dood, maar ook het bodemleven. 


Slide 10 - Diapositive

Intensieve landbouw

Slide 11 - Carte mentale

Intensieve vs biologische landbouw
  • Wel / geen bestrijdingsmiddelen en kunstmest
  •  Geen/ wel biologisch geteeld veevoer
  • Laag dierenwelzijn / diervriendelijke huisvestiging

Slide 12 - Diapositive

Conserveren 
  • fermenteren
  • inleggen in zuur, zout, suiker
  • invriezen
  • drogen
  • steriel verpakken 
  • conserveringsmiddel toevoegen 
  • pasteuriseren en steriliseren 

Slide 13 - Diapositive

Additieven
Hulpmiddelen die de kleur, de geur, de smaak of houdbaarheid verbeteren. 

We kennen deze additieven als E-nummers.
Kunnen zowel chemisch als natuurlijk zijn. 
(tabel 2 NIET leren)

Slide 14 - Diapositive

Nieuwe klascode NOVA
  • Log in in een nieuwe klas met de code: 112933
  • In deze klas maken wij vanaf nu de test jezelf!

Slide 15 - Diapositive

Wat ga je doen? 
  • Je gaat paragraaf 6.1 lezen (ook plaatjes bekijken)
  • Maken 1 t/m 8 op blz 136
  • Maken Test Jezelf 

Slide 16 - Diapositive