MAVO NASK 1 EXAMENTRAINING 4

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Examentraining 4

Wat ga je deze les doen: 

- Filmpje tips examen
- Uitleg thema

- Weet-dingen oefenen

Examentraining 4

Doel

Aan het einde van de les ben je iets beter voorbereid op je eindexamen

Hoe zorg je ervoor dat je goed voorbereid bent op je examen?

Krachten

Wat ga je doen dit deel?

- Extra uitleg over het onderwep
- Weetvragen 
- Oefenen

Wat is het verschil tussen een vector en een pijl?

Aangrijpingspunt

Grootte van de kracht

richting

Als je iets laat vallen, valt het naar beneden.

Als je iets
met je spieren
doet.

Als je een touw strak trekt, trekt het touw terug.

De tafel duwt terug op het voorwerp dat er op staat

Als 2 magneten elkaar aantrekken.

Als je een elastiekje uitrekt en het terug vormt

Zwaartekracht

Spier kracht

Span kracht

Veer kracht

Magnetische kracht

Normaalkracht

De volgende begrippen hebben te maken met krachten.
Wat past bij elkaar? Sleep de correcte betekenis naar de begrippen. 

meetinstrument

symbool eenheid

symbool grootheid

eenheid

grootheid

F

kracht

N

Newton

Veerunster

De zwaartekracht aflezen op een meter

4,3 N

36 N

3,1 N

2,2 N

Op welke plaats grijpt de zwaartekracht aan?

1. Precies in het midden
2. Onderaan het voorwerp
3. Waar de krachten elkaar raken
4. In het massamiddelpunt

Welke kracht zorgt er voor dat voorwerpen niet door het oppervlak zakken?

1. Zwaartekracht
2. Nettokracht
3. Tegenwerkende kracht
4. Normaalkracht

Massa

Gewicht

Is het massa of gewicht?

100 N

20 gram

m

Fz

5 kilogram

7,6 kg

De kat hiernaast heeft een massa van 8 kg. Hoe groot is de zwaartekracht?

Bereken de nettokracht bij afbeelding 1 en 2.

690N

310N

90N

510N

Wat is er aan de hand als de nettokracht 0N is?

1. Het voorwerp remt
2. Het voorwerp verstelt
3. Het voorwerp staat stil
4. Het voorwerp valt

Leg in je eigen woorden uit hoe je een kracht samenstelt en/of ontbindt.

19. Bereken voor elke hefboom in de tabel hieronder of er evenwicht is. 

Wel in evenwicht

Niet in evenwicht

A

B

C

Is de hefboom in evenwicht?

F​1​​×l​1​​=F​2​​×l​2​​

Bereken de druk op het oppervlak als er 45 kg op 0,3 m2 werkt.