L1 H2 woordenschat 2KM

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Lesboek
• Leesboek
• Pen
• Schrift

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Lesboek
• Leesboek
• Pen
• Schrift

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Leesboek
  
• Lesboek
• Pen
• Schrift

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• leesboek
• lesboek
• pen
• schrift

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Lezen
• Theorie
• Huiswerk nakijken
• Zelfstandig werken
• Samenwerken
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen.
• Ik kan de betekenis van onbekende uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek.
• Ik kan de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf. 

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lezen in stilte

Samengestelde zinnen

• Twee losse zinnen zijn aan elkaar geplakt
• Twee persoonsvormen!

Wat zijn voegwoorden?

 

Huiswerk bespreken

Maken: opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 30

Figuurlijk taalgebruik

In teksten of in gesprekken kom je vaak uitdrukkingen of woorden tegen met een figuurlijke betekenis. 

Begrijp je deze niet? Zoek ze dan op in het woordenboek!

Figuurlijk taalgebruik opzoeken

Zoek bij het eerste zelfstandige naamwoord uit de uitdrukking op.

Vind je de uitdrukking niet?

Zoek dan op een ander belangrijk woord. 

Wat betekent dit?

Voorkomen is beter dan genezen?

Wonen in het hart van de stad?

Radijsjes schieten uit de grond? 

Zelfstandig werken

Maak: opdracht 1 t/m 3  vanaf blz. 50

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!

Rustig samenwerken

Maak: opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 50

Heb je een vraag?

Steek je vinger op!

Ben je klaar?

Maak de startopdracht, opdracht 8 (NIET met je telefoon) of ga lezen in je leesboek.

Huiswerk

Datum:
vrijdag 4 november

Maken:

opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 50

Meenemen: woordenboek

Lesdoelen

• Ik kan figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen.
• Ik kan de betekenis van onbekende uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek.
• Ik kan de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf. 

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!