7.4 Ontleedbare stoffen: samengestelde ionen

Doelen van deze les
Je kunt de namen en notaties van een aantal veelvoorkomende samengestelde ionen geven.
Je kunt beschrijven wat een samengesteld ion is.
Je kunt beschrijven uit welke deeltjes zouten zijn opgebouwd.
Je kunt uitleggen dat de totale positieve lading in een zout gelijk is aan de totale negatieve lading.
Je kunt de verhoudingsformule van zouten met meervoudige ionen opstellen.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Doelen van deze les
Je kunt de namen en notaties van een aantal veelvoorkomende samengestelde ionen geven.
Je kunt beschrijven wat een samengesteld ion is.
Je kunt beschrijven uit welke deeltjes zouten zijn opgebouwd.
Je kunt uitleggen dat de totale positieve lading in een zout gelijk is aan de totale negatieve lading.
Je kunt de verhoudingsformule van zouten met meervoudige ionen opstellen.

Slide 1 - Diapositive

Herhaling van 7.3
In de vorige paragraaf hebben we het gehad over ionen. Wat is dat ook al weer? 

Slide 2 - Diapositive

Wat is een ion?

Slide 3 - Carte mentale

We hebben een zout dat bestaat uit ijzer(III) ionen en zuurstofionen. Geef de formule van het zout.

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Samengestelde ionen
De ionen die je tot nu toe gezien hebt bestaan telkens uit één atoomsoort met een lading. Bv. Na+, Cl-, Fe2+, Al3+

Er bestaan echter ook ionen die zijn opgebouwd uit twéé atoomsoorten met een lading. 

Slide 6 - Diapositive

De samengestelde ionen

Slide 7 - Diapositive

Verhoudingsformules
Ook hiermee moet je verhoudingsformules (zouten) kunnen maken. Er geldt weer:
1. Noteer de ionen (zet ze eventueel tussen haakjes)
2. Hoe vaak moet je ieder ion kiezen?
3. Noteer de volledige formule (zonder ladingen, eventueel zonder haakjes) 

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld
Maak de verhoudingsformule voor natriumnitraat.
1. Na+        (NO3)-
2. 1x             1x
3. Na1(NO3)1
Haakjes en 1 mag je nu weglaten:
NaNO3        

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld 2
Maak de verhoudingsformule voor kaliumfosfaat.
1. K+          (PO4)3-
2. 3x             1x
3.  K3(PO4)1  =  K3(PO4)

Slide 10 - Diapositive