8 - Blok 3_Week 4
Mijn moeder heeft een taart gebakken.
(Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?)
(Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?)
1 / 28
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Mijn moeder heeft een taart gebakken.
(Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?)
(Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?)
Slide 1 - Question ouverte
Ik wil morgen een nieuwe pen kopen.
(Wat is het ww gezegde in deze zin?)
(Wat is het ww gezegde in deze zin?)
Slide 2 - Question ouverte
(FILMEN)
Gisteren __________ wij de eerste scène.
Gisteren __________ wij de eerste scène.
Slide 3 - Question ouverte
(BRADEN, t.t.)
Jan ________ een stuk vlees in de oven.
Jan ________ een stuk vlees in de oven.
Slide 4 - Question ouverte
(WINNEN)
De _______ wedstrijd.
De _______ wedstrijd.
Slide 5 - Question ouverte
(VERBRANDEN)
De _______ taart is niet meer te eten.
De _______ taart is niet meer te eten.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is de coördinaat van punt A?
Slide 7 - Question ouverte
Wat is de coördinaat van punt A'?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Question ouverte
Ik heb gisteren een leuke film gezien.
(Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?)
(Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?)
Slide 11 - Question ouverte
Wij gaan morgen Sinterklaas vieren op school.
(Wat is het ww gezegde in deze zin?)
(Wat is het ww gezegde in deze zin?)
Slide 12 - Question ouverte
(VERVEN)
Hij _____ vorige week zijn muur.
Hij _____ vorige week zijn muur.
Slide 13 - Question ouverte
(LANDEN)
Ik _______ over drie uur op Schiphol.
Ik _______ over drie uur op Schiphol.
Slide 14 - Question ouverte
(KOKEN)
De _______ bonen.
De _______ bonen.
Slide 15 - Question ouverte
(RIJDEN)
De _______ afstand
De _______ afstand
Slide 16 - Question ouverte
Wat is de coördinaat van punt B?
Slide 17 - Question ouverte
Wat is de coördinaat van punt B'?
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Question ouverte
Ik wil extra uitleg over
'het lijdend voorwerp'
'het lijdend voorwerp'
A
Ja, graag
B
Nee, ik snap het 100%
Slide 21 - Quiz
Ik wil extra uitleg over
'het ww gezegde'
'het ww gezegde'
A
Ja, graag
B
Nee, ik snap het 100%
Slide 22 - Quiz
Ik wil extra uitleg over
'de tegenwoordige tijd'
'de tegenwoordige tijd'
A
Ja, graag
B
Nee, ik snap het 100%
Slide 23 - Quiz
Ik wil extra uitleg over
'de verleden tijd'
'de verleden tijd'
A
Ja, graag
B
Nee, ik snap het 100%
Slide 24 - Quiz
Ik wil extra uitleg over
'het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord'
'het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord'
A
Ja, graag
B
Nee, ik snap het 100%
Slide 25 - Quiz
Ik wil extra uitleg over 'coördinaten'
A
Ja, graag
B
Nee, ik snap het 100%
Slide 26 - Quiz
Ik wil extra uitleg over
'delen met breuken'
'delen met breuken'
A
Ja, graag
B
Nee, ik snap het 100%
Slide 27 - Quiz
Hoe hebben
we gewerkt?
we gewerkt?
