Lijdendvoorwerp 3.4

Na de uitleg:
- weet je wat een lijdend voorwerp is;
- weet je hoe je deze kunt vinden in de zin;






1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Na de uitleg:
- weet je wat een lijdend voorwerp is;
- weet je hoe je deze kunt vinden in de zin;






Slide 1 - Diapositive

Even een stukje herhaling....
  • Schrijf de volgende zin over in je schrift  en ontleed hem:

Veel beroemde zangeressen hebben in hun carrière al eens een prijs gewonnen.


1. Wat is de persoonsvorm?

3. Benoem het  werkwoordelijke gezegde en het onderwerp 

Slide 2 - Diapositive

Lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp komt voor in zinnen waarin iets/iemand iets 'overkomt'. 


Lijdend voorwerp is:

Wat/wie+ werkwoordelijk gezegde + onderwerp

Let op:Het LV begint nooit met een voorzetsel.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wie verslindt nou wie?
De olifant verslindt de muis.

De muis verslindt de olifant.


Als de olifant het OW is, dan verslindt hij de muis.
Maar maak je van de muis het OW, dan verslindt hij de olifant. 
Dat is raar. Dus zo zie je dat je OW en LV niet door elkaar moet halen.

Slide 5 - Diapositive

Er zit ALTIJD een lijdend voorwerp in een zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Het antwoord op de vraag:
wie/wat + ww.gezegde + onderwerp is het......
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
persoonsvorm

Slide 7 - Quiz

Opa koopt een vaas.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
koopt
B
opa
C
een vaas
D
vaas

Slide 8 - Quiz

Aan de slag!

Stop nu met LessonUp en maak de opdrachten


Grammatica:

H 3 Taalverzorging LV

opdracht 1 en 2


Slide 9 - Diapositive

De zusjes spelen verstoppertje.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
de
B
zusjes
C
spelen
D
verstoppertje

Slide 10 - Quiz

Bram gaat verven.

Bram is het lijdend voorwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Wanneer zal jouw klas een klassenavond houden?

A
jouw klas= OW klassenavond=WG
B
jouw klas=LV klassenavond=OW
C
jouw klas=OW klassenavond=LV
D
jouw klas=PV klassenavond=OW

Slide 12 - Quiz