Herhaling leereenheid 1, 2 en 3

• B&L
• MBO
• Studiejaar 1

Herhaling

Volgende week toets

De sportleider als lesgever

Leereenheid 1, 2 & 3

Leereenheid 1: Didactisch model

Weten we het nog?

• Planmatig werken (14)
• Didactische sleutelvragen (15)
• Didactisch model

Leereenheid 2: Beginsituatie

Weten we het nog?

• 3 acties die je kunt doen om het beginniveau in kaart te brengen?
• Wat beschrijf je bij het motorisch/cognitief/sociaal-affectief gedrag? (34)
• Didactische beginsituatie van de lesgever? (40)

Leereenheid 3: Doelstellingen

Weten we het nog?

• Gericht op termijn of gedrag
• Algemeen/concreet
• kwantitatieve (resultaat beweging) /kwalitatieve (de beweging centraal)  minimale eis
• 4 stappen: Bewegingsvorm, Waarneembaar eindgedrag, Omstandigheid/voorwaarde, Minimale eis (70)

Bewegingsvorm

Waarneembaar eindgedrag

Omstandigheid/voorwaarden

Minimale eis

toepassen

lay-up

tijdens een partijspel 5-5

minimaal 3 van de 5 schoten moeten raak zijn

Welk soort doelstelling is dit: Vijf fouten en correcties kunnen opnoemen van de handstand

1. Motorische doelstelling
2. Cognitieve doelstelling
3. Sociale doelstelling
4. Affectieve doelstelling

Bewegingsvorm

Waarneembaar eindgedrag

Omstandigheid/voorwaarden

Minimale eis

tijdens koningstrefbal

afgooien

met de bovenshandse strekworp

minimaal 3 spelers afgegooid

Wat voor soort doelstelling is 'het juist positie kiezen bij een zoneverdediging'?

1. Sociale doelstelling
2. Affectieve doelstelling
3. Motorische doelstelling
4. Cognitieve doelstelling

Wat is geen bewegingseigenschap?

1. Snelheid
2. Lenigheid
3. Rennen
4. Kracht

Welk eigenschap hoort bij motorisch gedrag?

1. Inzicht
2. Kracht
3. Inlevingsvermogen
4. Communicatie

Als een speler op het juiste moment de buitenspelval toepast, laat deze speler:

1. motorisch gedrag zien
2. cognitief gedrag zien
3. sociaal gedrag zien
4. affectief gedrag zien

Het vermogen om als lesgever te kunnen improviseren hoort bij de:

1. Motorische beginsituatie
2. Cognitieve beginsituatie
3. sociaal-affectieve beginsituatie
4. Didactische beginsituatie

Welk soort doelstelling is dit: Het kunnen omgaan met winst en verlies

1. Motorische doelsteling
2. cognitieve doelstelling
3. Korte termijn doelstelling
4. sociaal-affectieve doelstelling

Bewegingsvorm

Waarneembaar eindgedrag

Omstandigheid/voorwaarden

Minimale eis

minimaal 2 seconden stilstaan

tussen de armen van de hulpverleners

een handstand

uitvoeren

Vier stappen om tot een concreet doel te komen:

  

1. Benoem de bewegingsvorm

2. Benoem waarneembaar eindgedrag

3. Benoem de voorwaarden/omstandigheden

4. Wat is de minimale eis

Voorbeeld les handstand:

De deelnemers kunnen een handstand uitvoeren waarbij ze minimaal twee seconden stil en los staan tussen de armen van de hulpverleners.

Voorbeeld les basketbal:

De deelnemers kunnen de lay-up toepassen tijdens een partijspel 5-5 waarbij minimaal 3 van de 5 schoten raak moeten zijn.

Voorbeeld les trefbal:

De deelnemers kunnen tijdens koningstrefbal andere spelers gericht afgooien met de bovenhandse strekworp, iedereen heeft aan het eind van het spel minimaal 3 spelers afgegooid.

Vragen?