Par 5.4 Contante waarde van een rente

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Par 5.4 Contante waarde van een rente

Hoofdstuk 5 Enkelvoudige en samengestelde rente

• 5.1 Enkelvoudige en samengestelde rente
• 5.2 Eindwaarde en contante waarde van één bedrag
• 5.3 Eindwaarde van een rente
• 5.4 Contante waarde van een rente
• 5.5 Nominale en effectieve interest
• 5.6 Aflossingen op leningen 

Agenda les

• Uitleg par 5.4
• Zelf aan de slag
• Huiswerk

Leerdoelen par 5.4

• Je kunt de contante waarde van een rente met de formule berekenen.

Welk bedrag moet ik nu op een spaarrekening zetten?

a= 4.000 x 1

r=1,065^-1

n=5

NB eigenlijk klopt uitleg a bij methode Vlimmeren niet helemaal

- Bij EW en CW omschrijven ze in somformule a= eerste term x Kapitaal

Eigenlijk reken je eerst S uit waarbij a= eerste term in rekenkundige rij

Dan EW= K x S en CW= K x S

NB eigenlijk klopt uitleg a bij methode Vlimmeren niet helemaal

- Bij EW en CW omschrijven ze in somformule a= eerste term x Kapitaal

Eigenlijk reken je eerst S uit waarbij a= eerste term in rekenkundige rij

Dan EW= K x S en CW= K x S

Zelf aan de slag

• Lees paragraaf 5.4
  
• Maak opdracht 5.16 t/m 5.20 

Huiswerk

• Lees paragraaf 5.4
• Maak opdracht 5.16 t/m 5.20