Chapitre 1 G leerling

Het bezittelijk voornaamwoord
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Diapositive

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan. Iemand is een eigenaar van iets. 
Het boek is van mij. Het is mijn boek. 
Het boek is van haar. Het is haar boek.

"mijn" en "haar" zijn de bezittelijke voornaamwoorden

Slide 2 - Diapositive

Stappenplan bezittelijk voornaamwoord
Je kijkt naar het zelfstandig naamwoord







1. Is het woord enkelvoud / meervoud?
Bij meervoud: 3e rijtje
2. Begint het woord met een klinker of  stomme H? (1e rijtje: MON/TON/SON)
2. Is het woord mannelijk / vrouwelijk?
(1e rijtje: MNL of 2e rijtje: VRL)
Le vélo

Slide 3 - Diapositive

Le / L'.. (aoieuh)
La
Les
Mijn:
Mon
Ma
Mes
Jouw:
Ton
Ta
Tes
Zijn/haar:
Son
Sa
Ses
Onze:
Notre
Notre
Nos
Jullie/uw:
Votre
Votre
Vos
Hun:
Leur
Leur
Leurs
Bezittelijk voornaamwoord
Leer deze uit je hoofd!!

Slide 4 - Diapositive

Le / L'.. (aoieuh)
La
Les
Mijn:
Mon
Ma
Mes
Jouw:
Ton
Ta
Tes
Zijn/haar:
Son
Sa
Ses
Onze:
Notre
Notre
Nos
Jullie/uw:
Votre
Votre
Vos
Hun:
Leur
Leur
Leurs
Bezittelijk voornaamwoord
Bij MNL en VRL 
(enkelvoud) woorden die beginnen met een AOIEU / stomme H

Slide 5 - Diapositive

Prends ton cahier
Mijn
Vrouwelijk enkelvoud
Ma piscine = mijn zwembad
Mannelijk enkelvoud + medeklinker + stomme H

Mon voyage (m) = mijn reis
Mon ami (m) = mijn vriend
Mon amie (v) = mijn vriendin
Meervoud 
Mes vacances = mijn vakantie

Slide 6 - Diapositive

Prends ton cahier
Jouw
Vrouwelijk enkelvoud
Ta liberté = jouw vrijheid
Mannelijk enkelvoud + medeklinker + stomme H

Ton père (m) = jouw vader
Ton avion (m) = jouw vliegtuig
Ton église (v) = jouw kerk

Meervoud 
Tes sœurs = jouw zussen

Slide 7 - Diapositive

Prends ton cahier
Zijn/haar
In het Frans:
geen onderscheid tussen zijn of haar, want je kijkt naar het zelfstandig naamwoord en NIET naar de eigenaar!!!
NON
OUI!

Slide 8 - Diapositive

Prends ton cahier
Zijn/haar
Vrouwelijk enkelvoud
Sa gare = zijn/haar station
Sa mère = zijn/haar moeder
Mannelijk enkelvoud + medeklinker + stomme H

Son frère (m) = zijn/haar broer
Son hôtel (m) = zijn/haar hotel
Son ile (v) = zijn/haar eiland

Meervoud 
Ses villages = zijn/haar dorpen
Ses parents = zijn/ haar ouders

Slide 9 - Diapositive

Prends ton cahier
onze / jullie/ uw / hun
Alle woorden in het enkelvoud

Notre pays = ons land
Votre hôtel = jullie/uw hotel
Leur ami(e) = hun vriend(in)

Meervoud 

Nos garçons = onze jongens
Vos filles = uw/jullie meisjes
Leurs maisons = hun huizen

Slide 10 - Diapositive

Comment en français?
 Hoe zeg je dan mijn kind?


.... enfant

Slide 11 - Diapositive

Comment en français?
 Hoe zeg je dan mijn kind?


Mon enfant
Het begint met een klinker en is enkelvoud

Slide 12 - Diapositive

Comment en français?
Hoe zeg je dan jouw vliegtuig?


..... avion

Slide 13 - Diapositive

Comment en français?
Hoe zeg je dan jouw vliegtuig?


ton avion
Het begint met een klinker en is enkelvoud

Slide 14 - Diapositive

Comment en français?
Hoe zeg je dan mijn kinderen?


.... enfants

Slide 15 - Diapositive

Comment en français?
Hoe zeg je dan mijn kinderen?


mes enfants
Het is meervoud

Slide 16 - Diapositive

Comment en français?
Hoe zeg je dan uw ouders?


.... parents 

Slide 17 - Diapositive

Comment en français?
Hoe zeg je dan uw ouders?


vos parents 
Het is meervoud

Slide 18 - Diapositive