‹Revenir à la recherche

Chapitre 1 G + H tweede les

Het bezittelijk voornaamwoord
Prends ton livre et ton iPad
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het bezittelijk voornaamwoord
Prends ton livre et ton iPad

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Qu'est-ce qu'on va faire?
-Répéter "bezittelijk voornaamwoord"
-Regarder un film (E)
-Vocabulaire F

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een Bezittelijk Voornaamwoord?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan bezittelijk voornaamwoord
Je kijkt naar het zelfstandig naamwoord: 







1. Is het woord enkelvoud / meervoud?
2. Begint het woord met een klinker of een stomme H? MON/TON/SON
2. Is het woord mannelijk / vrouwelijk?
Le chien
L'amie V

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prends ton cahier
Mijn
Vrouwelijk enkelvoud
Ma piscine = mijn zwembad
Mannelijk enkelvoud + medeklinker + stomme H

Mon voyage (m) = mijn reis
Mon ami (m) = mijn vriend
Mon amie (v) = mijn vriendin
Meervoud 
Mes vacances = mijn vakantie
Mon ma mes

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prends ton cahier
Jouw
Vrouwelijk enkelvoud
Ta liberté = jouw vrijheid
Mannelijk enkelvoud + medeklinker + stomme H

Ton père (m) = jouw vader
Ton avion (m) = jouw vliegtuig
Ton église (v) = jouw kerk

Meervoud 
Tes sœurs = jouw zussen
ton ta tes

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prends ton cahier
Zijn/haar
In het Frans:
geen onderscheid tussen zijn of haar, want je kijkt naar het zelfstandig naamwoord en niet naar de eigenaar!!!
NON
OUI!

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prends ton cahier
Zijn/haar
Vrouwelijk enkelvoud
Sa gare = zijn/haar station
Mannelijk enkelvoud + medeklinker + stomme H

Son frère (m) = zijn/haar broer
Son hôtel (m) = zijn/haar hotel
Son ile (v) = zijn/haar eiland

Meervoud 
Ses villages = zijn/haar dorpen
son sa ses

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prends ton cahier
onze / jullie/ uw / hun
Alle woorden in het enkelvoud

Notre pays = ons land
Votre hôtel = jullie/uw hotel
Leur ami(e) = hun vriend(in)

Meervoud 

Nos garçons = onze jongens
Vos filles = uw/jullie meisjes
Leurs maisons = hun huizen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Le / L'.. (aoieuh)
La
Les
Mijn:
Mon
Ma
Mes
Jouw:
Ton
Ta
Tes
Zijn/haar:
Son
Sa
Ses
Onze:
Notre
Notre
Nos
Jullie/uw:
Votre
Votre
Vos
Hun:
Leur
Leur
Leurs
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Le / L'.. (aoieuh)
La
Les
Mijn:
Mon
Ma
Mes
Jouw:
Ton
Ta
Tes
Zijn/haar:
Son
Sa
Ses
Onze:
Notre
Notre
Nos
Jullie/uw:
Votre
Votre
Vos
Hun:
Leur
Leur
Leurs
Bezittelijk voornaamwoord
Bij MNL en VRL woorden die beginnen met een AOIEUH

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Comment en français?
 Hoe zeg je dan mijn kind?


.... enfant

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Comment en français?
 Hoe zeg je dan mijn kind?


Mon enfant

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Comment en français?
Hoe zeg je dan jouw vliegtuig?


..... avion

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Comment en français?
Hoe zeg je dan jouw vliegtuig?


ton avion

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Comment en français?
Hoe zeg je dan mijn kinderen?


.... enfants

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Comment en français?
Hoe zeg je dan mijn kinderen?


mes enfants

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Comment en français?
Hoe zeg je dan uw ouders?


.... parents 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Comment en français?
Hoe zeg je dan uw ouders?


vos parents 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu jij!!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

J'aime dormir dans ...... (mijn) lit (M)
A
ma
B
mon
C
mes
D
mas

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

J'aime dormir dans ...... (uw) lits (m mv)
A
votre
B
notre
C
nos
D
vos

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

J'aime dormir dans ...... (haar) lit (M)
A
sas
B
ses
C
sa
D
son

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

J'arrive chez ...... (zijn) maison
A
sa
B
son
C
ses
D
sas

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

J'ai visité ...... (hun) amie (V)
A
leurs
B
leur
C
vos
D
nos

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

J'ai loué ..... (haar) maisons (v MV)
A
son
B
ses
C
sa

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elle a donné un cadeau à ..... (jouw) amie(v).
A
ton
B
ta
C
tes
D
tu

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fin du LessonUp
Ferme ton iPad! 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ken een Frans woord niet..
Le lapin
Quoi?
Huh?
Wat staat daar nou?
HELP!!

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ken een Frans woord niet..
Le lapin
Quoi?
Huh?
Wat staat daar nou?
HELP!!
Wat doe je dan?

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ken een Frans woord niet...
Nederlands/Engels? bijv La couleur / ça dépend?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ken een Frans woord niet...
Nederlands/Engels? bijv La couleur / ça dépend?
Betekenis uit de zin halen?

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ken een Frans woord niet...
Nederlands/Engels? bijv La couleur / ça dépend?
Betekenis uit de zin halen?
Je zoekt het woord op in boek/internet

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ken een Frans woord niet...
Nederlands/Engels? bijv La couleur / ça dépend?
Betekenis uit de zin halen?
Je zoekt het woord op in boek/internet
Vraag aan docent/klasgenoot

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
2x Film kijken "perdu a Paris"

Gabriel = ........
Timéo = .........
Jade = .........

Ze hebben door Europa gereisd voor een ................

Slide 35 - Diapositive

Rustig
Vriendelijk
Stil wanneer gevraagd
Actieve houding
Voorbereid 
Faire / Les dévoirs
-Vocabulaire E lire
-Faire: ensemble 30a + d / toi: 30e, 31abd

Devoirs:
-Je kent bezittelijk voornaamwoord (Teams)
-Faire (maken): 30e, 31abd
Bonne chance!! 

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Chapitre 1 G leerling

- Leçon avec 18 diapositives
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Chapitre 1 G + H eerste les

- Leçon avec 35 diapositives
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

2023-19sept-les 3-3h-intro-H5

- Leçon avec 25 diapositives
FransBasisschoolGroep 8

Chapitre 1H 4e les oefenen 12-2

- Leçon avec 22 diapositives
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Jeudi, le 5 septembre 2019

- Leçon avec 10 diapositives
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

H1 2 hv 2023 F en G bezittelijk voornaamwoord oktober 2023

- Leçon avec 35 diapositives
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Jeudi, le 5 septembre 2019

- Leçon avec 11 diapositives
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

H1 2 hv 2023 F en bezittelijk voornaamwoord oktober 2023

- Leçon avec 42 diapositives
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3