Taalbeschouwing blok 7

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 3

Taalbeschouwing blok 7

Wat is een zinsdeel?

Wat is het zinsdeel in de zin:

De lieve juf Bruna geeft les.

1. Bruna
2. geeft
3. De lieve juf Bruna
4. les

Wat is het zinsdeel in de zin:

Juf Nicole danst de hele avond lang.

1. Nicole
2. Danst
3. avond
4. de hele avond lang.

Wat is het zinsdeel in de zin:

Vandaag hebben we geen gymles.

1. Vandaag
2. geen gymles
3. hebben
4. we geen

Wat is het verschil tussen tegenwoordige en verleden tijd?

Vandaag gaan we hard werken.

Deze zin staat in de:

1. Tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

Mochten wij naar buiten?

Deze zin staat in de:

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

2 jaar geleden verhuisde ik naar Rincon.
Deze zin staat in de:

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

Hij loopt naar huis toe.
Deze zin staat in de:

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

Schrijf een zin in de tegenwoordige tijd.

Welke voegwoorden
ken je?

Welk voegwoord past?

Juf Bruna zingt goed ____ Juf Nicole niet.

1. want
2. of
3. dus
4. en

Welk voegwoord past?
Hoe laat zijn we klaar ____ ik moet naar de tandarts.

1. want
2. of
3. en
4. dus

Welk voegwoord past?
Ik wil gymmen ____ ik heb hoofdpijn.

1. of
2. maar
3. en
4. dus