Marktonderzoek les 5 theorie

Marktonderzoek les 5 theorie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Marktonderzoek les 5 theorie

Slide 1 - Diapositive

Vandaag - 13-02-25
herhalen 2.1

2.2
Onderzoeksvormen
2.3 
Methode internetgedrag

Slide 2 - Diapositive

Casus
Een supermarkt merkt dat sommige producten beter verkopen dan andere, maar weet niet goed waarom. Ze willen begrijpen hoe klanten door de winkel lopen, welke producten ze bekijken en wat hun aandacht trekt. Eerdere schriftelijke vragenlijsten hielpen niet, omdat klanten vaak niet precies weten of onthouden hoe ze winkelen.

Slide 3 - Diapositive

Vraag: Welke onderzoeksmethode is het meest geschikt om te zien hoe klanten zich in de winkel gedragen?
Interview
Observatie
Mystery shopping
Panel-onderzoek

Slide 4 - Sondage

Waarom?

Slide 5 - Question ouverte

Het goede antwoord is:
A
Interview
B
Observatie
C
Mystery shopping
D
Panel-onderzoek

Slide 6 - Quiz

Casus
Een frisdrankproducent wil een nieuw drankje op de markt brengen en moet kiezen tussen verschillende smaken, verpakkingen en marketingstrategieën. Ze willen weten welke variant het meest aantrekkelijk is voor hun doelgroep: jongeren tussen 16 en 25 jaar.
Het bedrijf kan niet iedereen persoonlijk vragen en een fysieke testpanel organiseren zou te veel tijd en geld kosten. Ze willen snel en breed inzicht krijgen in de mening van een grote groep jongeren uit verschillende regio’s.

Slide 7 - Diapositive

Welke methode is het meest geschikt?
Online-accespanel
Experiment
Interview
Observatie

Slide 8 - Sondage

Waarom?

Slide 9 - Question ouverte

Het goede antwoord is:
A
Online accespanel
B
Interview
C
Experiment
D
Observatie

Slide 10 - Quiz

2.2 Onderzoeksvormen enquête
Enquête: 
  • mondeling
  • telefonisch
  • schriftelijk (e-mail/papier)
  • web-enquêtes (online)

Slide 11 - Diapositive

Wanneer zet je welke in?
Opdracht - 10 minuten
Overleg met elkaar en schrijf op:
  • wanneer zet je welke vorm in?
  • wat zijn daar de voordelen van?
  • wat zijn daar de nadelen van?

Slide 12 - Diapositive

Casus
Een callcenter met 1500 medewerkers merkt dat het verloop onder medewerkers hoog is en dat er veel ziekteverzuim is. De directie wil begrijpen wat de belangrijkste redenen hiervoor zijn: ligt het aan de werkdruk, het management, de werksfeer etc?
Omdat het om gevoelige onderwerpen gaat, willen ze dat medewerkers eerlijk hun mening kunnen geven zonder zich bezwaard te voelen. Daarnaast moet de informatie gestructureerd en eenvoudig te analyseren zijn.
Welke enquête-vorm is het meest geschikt?

Slide 13 - Diapositive

Welke enquête-vorm is het meest geschikt?
Mondeling
Telefonisch
Schriftelijk
Web-enquete

Slide 14 - Sondage

Leg uit waarom

Slide 15 - Question ouverte

Het goede antwoord is
A
Mondeling
B
Telefonisch
C
Schriftelijk
D
Web-enquête

Slide 16 - Quiz

2.3 Onderzoeksvormen interview
  • Ongestructureerd
  • Half-gestructureerd
  • Gestructureerd
  • Diepte-interview
  • Groepsdiscussie

Slide 17 - Diapositive

Wanneer zet je welke in?
Opdracht - 10 minuten
Overleg met elkaar en schrijf op:
  • wanneer zet je welke vorm in?
  • wat zijn daar de voordelen van?
  • wat zijn daar de nadelen van?

Slide 18 - Diapositive

Casus interview
Een winkelketen gespecialiseerd in sportartikelen lanceert binnenkort een nieuwe lijn hardloopschoenen. Het marketingteam wil voorafgaand aan de lancering klanten in hun 30  winkels interviewen om inzicht te krijgen in de behoeften, voorkeuren en koopmotieven van potentiële klanten. Ze zijn van plan 100 interviews af te nemen. 

Slide 19 - Diapositive

Welke interviewvorm is het meest geschikt?
Ongestruc-tureerd
Half gestructureerd
Gestructureerd

Slide 20 - Sondage

Leg uit waarom

Slide 21 - Question ouverte

Het goede antwoord is
A
Ongestructureerd
B
Half-gestructureerd
C
Gestructureerd

Slide 22 - Quiz

2.3 internetgedrag volgen en onderzoeken

  • Zoekmachineanalyse (Google Analytics)
  • Social media monitoring
  • Conversietracking 

Slide 23 - Diapositive

Wanneer zet je welke in?
Opdracht - 10 minuten
Overleg met elkaar en schrijf op:
  • wanneer zet je welke vorm in?
  • wat zijn daar de voordelen van?
  • wat zijn daar de nadelen van?

Slide 24 - Diapositive

Casus internetgedrag
Een duurzaam modebedrijf wil bekender worden en beter begrijpen wat klanten over hun merk zeggen. Na de lancering van een nieuwe kledingcollectie wil het bedrijf weten hoe mensen reageren, of ze positief of negatief zijn, en op welke kanalen ze het beste hun doelgroep kunnen bereiken.

Slide 25 - Diapositive

Wat is de meest geschikte methode?
zoekmachine analyse
social media monitoring
conversie-tracking

Slide 26 - Sondage

Waarom?

Slide 27 - Question ouverte

Het juiste antwoord is
A
Zoekmachine-analyse
B
Social media monitoring
C
Conversietracking

Slide 28 - Quiz