1.3 Discriminatie en gelijkheid

• Lb
• MBO
• Studiejaar 1

Burgerschap

Periode 1 week 3

Discriminatie en gelijkheid

Planning

Schaalvraag: erg of niet erg?

Filmpje

Theorie discriminatie

Opdracht situatiekaarten

Lesdoelen

• Je weet wat er in artikel 1 van de Grondwet staat.
  
• Je kunt uitleggen wat het recht op gelijke behandeling inhoudt.
  
• Je kunt aan de hand van voorbeelden uitleggen of in een situatie sprake is van discriminatie.
  
• Je kunt voorbeelden noemen van waar iemand terecht kan bij discriminatie. 

Erg of niet?

Je krijgt vijf situaties te zien.
Beoordeel elk situatie door de slider te verplaatsen.
Het gaat om je mening en je eigen gevoelens.
Welke vind je zeer ernstig en welke niet zo?

1 = niet zo erg

10 = heel erg

010

010

010

010

• Kun je uitleggen wat discriminatie is?
  
• Wie heeft weleens iets soortgelijks gehoord?
  
• Wat werd er gezegd of gedaan?

Gelijke behandeling

Gelijke behandeling betekent dat je geen verschil maakt tussen mensen. Iedereen moet in gelijke situaties gelijk worden behandeld.

Wat wordt bedoeld met gelijke situaties? 

https://www.annefrank.org/nl/themas/discriminatie-en-gelijke-rechten/is-ongelijke-behandeling-altijd-discriminatie/

Waarom mensen discrimineren

- Angst voor het onbekende en een gevoel van onveiligheid

- Vooroordelen en stereotypen

- Wij- zij denken

Racisme

Racisme is een vorm van discriminatie die vaak voorkomt bij voetbalwedstrijden.

Discriminatie is niet altijd racisme.

Wat is het verschil tussen discriminatie en racisme? 

Vooroordelen kunnen leiden tot etnisch profileren.

Opdracht

1. Vorm tweetallen.

2. Schrijf op een groot vel papier de woorden: 'discriminatie', 'racisme', en 'grapje'.

3. Lees de situatie op het kaartje voor.

4. Bespreek samen onder welk woord de situatie valt en plaats het kaartje daarbij.

5. Herhaal dit totdat alle situatiekaartjes zijn besproken en op de juiste plek liggen. 

6. Maak een foto van het resultaat en lever deze in via Teams onder de opdracht 'BUR 1.3 Discriminatie en Gelijkheid'.

Afsluiting

Beantwoord de vraag op de volgende dia

Wat vond je van deze les? Waarom?